Topturners moeten vertrekken uit Den Bosch: 'Donderslag bij heldere hemel'
Eén van die toppers die zich al jarenlang in het zweet werkt in De Maaspoort is Jermain Grünberg (24). Afgelopen zomer ging zijn droom in vervulling toen hij mocht meedoen aan de Olympische Spelen in Parijs. Al van jongs af aan traint hij in de turnhal die hij beschouwt als een tweede huis. “Maar over een half jaar zou ik hier niet meer verder kunnen. Dat zou heel vervelend zijn. Ons leven gaat erdoor veranderen", zegt hij tegen DTV Nieuws.
Grünberg is niet te spreken over de manier waarop het besluit tot stand is gekomen. “Het is maar bij ons neergegooid en wij moeten maar kijken wat we ermee doen. Ze zijn met heel veel problemen gekomen, maar met weinig oplossingen.”
Remco Boer, directeur van turnbond KNGU, laat weten dat de bond ook pas laat op de hoogte is gebracht van het definitieve besluit om de hal in Den Bosch te sluiten. “Geografisch gezien lijkt het een onlogische keuze”, bekent hij. Maar waarom dan juist Den Bosch sluiten? Dat heeft volgens het NOC*NSF te maken met het rendement van deze locatie in de afgelopen jaren op sportief gebied. Daarnaast lopen er op andere locaties in Nederland nog financiële verplichtingen waar de organisatie niet zomaar onderuit kan.
Zorgen bij talenten
De turnhal in Den Bosch trok in de afgelopen jaren turners uit heel Zuidoost-Nederland. Naast de begeleiding voor topsporters, loopt er ook een programma voor jonge talenten. Die reizen al van jongs af aan naar Den Bosch voor de juiste hulp om de top te halen. Het vertrek van de topsporters uit de turnhal zorgt ook bij hen voor veel onzekerheid over de toekomst.
Zo reist de 12-jarige Stijn van Gaalen bijna iedere dag op en neer vanuit Zuid-Limburg. Hij gaat naar het Rodenborch College in Rosmalen om zijn sport en school te kunnen combineren. “Het is echt een besluit dat als donderslag bij heldere hemel over ons uit is gestort”, vertelt zijn vader Johan. De 11-jarige Hylke de Rouw zit nog op de basisschool, maar traint nu al drie keer per week mee met de talenten in Den Bosch, in de hoop volgend jaar toegelaten te worden tot het talentenprogramma. Moeder Iris maakt zich grote zorgen: “De afstanden naar de overgebleven locaties zijn onhaalbaar, zeker in combinatie met school en 20 tot 24 uur trainen per week.”
'Onaangenaam verrast'
Ook de gemeente Den Bosch zegt 'onaangenaam verrast' te zijn door het stoppen van het topsportcentrum. “Het wijkt ook af van de berichten die we tot dan toe hadden ontvangen over de toekomst van het topsportprogramma. De turnbond had eerder aangegeven het in Den Bosch te willen houden. Ze wilden het zelfs uitbouwen”, stelt wethouder Marianne van der Sloot (CDA). Maar in die wens vanuit de KNGU gaat NOC*NSF dus niet mee.
Voor jonge turners als Stijn en Hylke is er nog wel een sprankje hoop. De KNGU waagt nog een poging om talentontwikkeling in de regio te behouden. “De ondersteuning vanuit NOC*NSF valt in belangrijke mate weg, maar samen met de clubs willen we zoeken naar de mogelijkheden voor een vervolg. Daar is volgens moeder De Rouw echter wel haast bij geboden. “Hylke moet in februari een schoolkeuze maken. Hij weet in feite niet welke keuze hij het best kan maken, want we weten niet of hij in deze regio kan trainen.”
Ook vanuit BrabantSport, een initiatief van de provincie Noord-Brabant, klinkt kritiek. “We betreuren het besluit en hadden graag mee willen denken in oplossingen of alternatieven. We gaan graag met de desbetreffende partijen in gesprek over hoe we deze locatie wel kunnen behouden voor toekomstig Brabants turntalent”, laat sportief directeur Nienke Nijenhuis weten. NOC*NSF benadrukt dat er voor de topsporters in het programma een afbouwregeling zal zijn, zodat zij bijvoorbeeld het schooljaar kunnen afmaken of herplaatst kunnen worden.