De Duitsers beginnen een tegenoffensief en dreigen Brabant binnen te vallen
Brabant was in de herfst van 1944 bevrijd. Grotendeels dan. Het rivierengebied -het ‘Maasfront’- vormde de grens tussen vrij en bezet Nederland. Het huidige Land van Altena, tussen Dussen en Werkendam was nog wel bezet.
De Tweede Wereldoorlog was nog lang niet voorbij. De geallieerden vochten aan de Duitse grens. Maar de bevrijding verliep moeizaam. Halverwege december sloeg de stemming dramatisch om.
‘Duitsche tanks dringen België binnen. Hevigste tegenaanvallen sinds juni.’ Dat kopte het Helmonds Dagblad. Alle kranten hadden dat zorgwekkende nieuws.
Sneeuw
De Duitsers kwamen terug. Met tanks, kanonnen, parachutisten en zelfs meer vliegtuigen dan in Normandië. Uitgerekend in een van de strengste winters van de eeuw met sneeuw, kou en modder braken de Duitsers door in België en Luxemburg.
Vanuit de lucht kwam de Duitse parachutistencommandant August Freiherr Von der Heydte. Hij vocht tegen de bevrijders langs Hells Highway en Hoogerheide en nu weer in de Ardennen.
Airbornes
De Fallschirmjägercommandant stond tegenover oude bekenden: de 101e Airborne Divisie, de bevrijders van Veghel en Son. Met hun generaal McAuliffe.
Ze kwamen elkaar steeds maar weer tegen, al sinds Normandië.
Aanvalsgolven
Voor de Duitsers was een aanval op Antwerpen vanuit de Ardennen een hele opgave. Dus werd logischerwijs dichter bij Antwerpen een Duitse tegenaanval voorbereid, als ondersteuning.
Vanuit bezet gebied in Nederland moest de Duitse opmars via West-Brabant lopen. Zo konden ze de geallieerden in West-Brabant met een tangbeweging insluiten.
Het moest in twee ‘aanvalsgolven’ gebeuren. Via een rivieroversteek bij Kapelsche Veer, boven Sprang-Capelle, over Oosterhout en Breda maar ook bij Tholen via Steenbergen, naar Antwerpen.
'Fall Braun'
Wat de Duitsers precies voor ogen hadden? Een soort omgekeerde Duitse versie van Market Garden. “Luchtlandingen, strategische plekken bezetten in Brabant en daarna de Sturmgeschütze -de rijdende kanonnen- en grondtroepen laten oprukken.” Dat zegt militair historicus Johan Van Doorn (Heijningen, 1963)
Fall Braun heette het aanvalsplan. In het Land van Heusden en Altena werden twee Duitse infanteriedivisies verzameld. Streekbewoners zagen de troepenopbouw voor hun ogen gebeuren.
Mussolini
Veerboten vol soldaten staken de Merwede over naar Werkendam. Ze werden ingekwartierd in boerderijen in. Almkerk en Dussen. Tot het bevel voor de aanval kwam.
De soldaten moesten Brabant instromen en strategische punten innemen, tot aan Tilburg.
Parachutisten moesten de geallieerde commandostructuur uitschakelen. Een van de para’s was een ervaren officier die nog had meegedaan aan de spectaculaire bevrijdingsoperatie van de Italiaanse fascistenleider Benito Mussolini een jaar eerder.
Villa's
Vanuit een luchtmachtbasis in Friesland moesten hij en zijn mannen nu naar Tilburg vliegen en daar met parachutes landen op de Ringbaan Zuid. Daar zat de geallieerde legertop van Brabant.
“Ze wilden het Canadese hoofdkwartier in Tilburg bezetten. Dat zat op de hoek van de Ringbaan-Zuid en de Oude Goirleseweg. Ook andere villa’s in de buurt en de Willem II-kazerne - de latere gevangenis - zaten vol met Canadese officieren.”
In de loop van december kwamen de eerste signalen over een troepenopbouw. Maar een totaalbeeld ontbrak.
Prikkeldraad
De Canadezen namen al wel maatregelen in Tilburg. Prikkeldraad werd uitgerold en op alle kruispunten kwamen machinegeweren en antitankwapens.
“Op 19 december, dus een paar dagen na de start van het Ardennenoffensief kreeg de bewaking nieuwe instructies. Ze moesten rekening houden met een aanval, maar ook letten op vreemdelingen want dat kunnen saboteurs en spionnen zijn. Alleen mensen met pasjes en een speciale stempel mochten het terrein op”, zegt Van Doorn.
'Alte Katze'
Altena was niet de enige 'hotspot'. Ook op de Zuid-Hollandse eilanden zagen ze meer soldaten arriveren. “De divisie die hier zat werd nauwlettend in de gaten gehouden door het verzet van Groep Albrecht. Ze moesten vanuit Schouwen en Goeree oversteken naar Tholen, Sint Philipsland innemen en met Sturmgeschütze ‘Stugs’ Steenbergen ingaan, naar Antwerpen.”
Codenaam hier was Unternehmen Alte Katze.
In alle plannen was duidelijk: de Werhmacht kon dit niet alleen aan. Hulp van de Kriegsmarine was noodzakelijk. “Er waren ook landingsboten nodig, uit Noorwegen. Maar die kwamen niet op tijd,” zegt Van Doorn. Dat zorgde voor problemen in de planning. Maar dat was onzichtbaar voor de buitenwereld.
De geallieerde inlichtingendiensten in bevrijd Brabant kregen volop tips in de week voor kerst. En terwijl ze alle puzzelstukjes bij elkaar legden begon langzaam door te dringen dat het foute boel was.
Dit kon wel eens wijzen op een grote aanval die op handen was, misschien nog voor de kerst.
Omroep Brabant staat uitgebreid stil bij de bevrijding van tachtig jaar geleden. Check artikelen van Brabant Bevrijd op onze speciale website. Documentaires staan op Brabant+