Mond-en-klauwzeeruitbraak laat alarm afgaan bij boerenorganisaties
Verstraten is extra bezorgd, omdat zaterdag ook een uitbraak is ontdekt bij een varkenshouderij in de dezelfde Duitse regio. "Dan rijst de vraag hoe is die daar terechtgekomen. Hoe is die verspreiding verlopen en lopen nu ook varkenshouderijen in Nederland risico?"
Zaterdag werd bekend dat er sinds 1 december 3600 kalveren naar Nederland zijn gekomen vanuit de regio rond Berlijn. Die kalveren zijn op 125 bedrijven verspreid.
Hoeveel Brabantse bedrijven mogelijk besmette dieren uit Duitsland in hun stal hebben staan, durft de boerenvoorman van LTO niet te zeggen. Over de mate van onrust onder de Brabantse veehouders wil hij weinig kwijt. "Ik weet vooral dat we ons bestuurlijk veel zorgen maken en vol in de regelstand staan."
Jos Verstraten uit Westerbeek, bij Sint Anthonis, is daarom deze zondag druk bezig. "Ik kan vooral vertellen dat we nu vanuit bestuurlijk oogpunt alles uit de kast halen om besmetting en verspreiding van mond- en klauwzeer te voorkomen."
"Het ruimen van bedrijven waar mogelijk veel gezonde dieren zijn, is erg pijnlijk."
"Op dit moment worden alle 125 risico bedrijven getest", weet de LTO bestuurder. "De uitslag van die test is vrij snel bekend, dat duurt geen dag. Als de ziekte op een bedrijf ontdekt wordt, worden alle dieren daar geruimd. Ook de gezonde dieren." Als een dier net besmet is duurt het langer voordat de uitslag bekend is: zo'n twee weken.
"Dat alle dieren dan gedood, worden komt omdat verspreiding meteen uitgebannen moet worden. Bovendien zijn er internationale afspraken gemaakt dat besmette dieren niet verhandeld mogen worden. Omdat door vaccinatie dieren ook positief testen op deze ziekte, zijn zij economisch niks meer waard."
In 2001 werden in Nederland tijdens een mond-en-klauwzeerepidemie ongeveer 300.000 dieren preventief geruimd. Als er nu besmettingen zouden komen, dan doemen gelijk beelden op uit het verleden bij Jos Verstraten. "Het ruimen van bedrijven waar mogelijk veel gezonde dieren tussen zitten, is erg pijnlijk."
Overlevingskans Mond- en klauwzeer uit zich bij koeien met een blaar op de tong met de grootte van een euro. Bij varkens zit die blaar onder aan de poten. Bovendien krijgen ze koorts. Ook schapen en geiten kunnen besmet raken maar die hebben niet altijd blaren. Als ze die hebben zit die blaar in de mond.
Volwassen dieren hebben een goede overlevingskans wanneer ze besmet raken, maar jonge dieren overleven de ziekte niet. Bij melkkoeien tast het de melkproductie aan. Door het internationale handelsverbod, ook van de producten als melk, zijn de dieren financieel waardeloos geworden ook al overleven ze de besmetting.