16.000 huishoudens wonen in de stank door wanbeleid van de overheid

dinsdag om 07:10 • Aangepast dinsdag om 19:12
nl
Veehouderijen in Brabant stoten veel te veel stank uit. Op papier voldoen ze aan de regels, maar volgens experts klopt het geurbeleid niet. Jarenlang werd alleen naar de geuruitstoot van de aanvrager van een vergunning gekeken, met omliggende stallen werd geen rekening gehouden. Met name in het oosten van de provincie, waar veel varkensboeren actief zijn, is de geur niet te harden.
Profielfoto van Rens Knapen
Geschreven door

Uit onderzoek van adviesbureau Pouderoyen Tonnaer blijkt dat maar liefst 16.000 Brabantse woningen ‘ernstige geurhinder’ van veehouderijen ervaren. De mensen die hier wonen hebben last van geurhinder van 10 of meer zogenoemde ‘odeur units’ (Ou) per kubieke meter, de eenheid waarin geur wordt gemeten. Daarnaast ervaren tweeduizend woningen nog veel meer overlast: daar worden geurniveaus van meer dan 20 Ou per kubieke meter gemeten.

Maar hoe erg is dat nou echt, 20 Ou? ‘Onacceptabel’, volgens de rechtbank in Den Haag. Deze deed in 2022 uitspraak: bij een belasting van meer dan 19,4 Ou kan niet gesproken worden van een acceptabel woon- en leefklimaat.

Dat zoveel Brabanders last hebben van stankoverlast is niet vreemd. Een bedrijf dat 200.000 Ou per seconde uitstoot, is te ruiken binnen een straal van pakweg twee kilometer. Onze provincie telt bijna 4.500 veehouderijen. Daarvan hebben meer dan honderd veehouderijen een uitstoot van meer dan 100.000 Ou per seconde. Een ruime meerderheid hiervan zijn varkensboeren.

De roodgekleurde gemeenten zijn de drie Brabantse gemeenten waar de geuruitstoot het grootst is.

Wachten op privacy instellingen...

Technisch gezien houden de veehouders zich aan de regels: er is immers netjes een vergunning aangevraagd. Toch kunnen mensen overlast ervaren die de richtlijnen van het beleid ver overschrijden. Volgens geurexpert Hugo van Belois werd namelijk jarenlang tijdens de vergunningaanvraag alleen gekeken naar de uitstoot van de aanvrager - de veehouderijen die al in de buurt lagen, werden buiten beschouwing gelaten.

“Stank is afhankelijk van de windrichting”, vertelt Van Belois. “Volgens de rekensom zou je van één grote veehouderij pakweg duizend uur per jaar last hebben van stank." Daardoor kan iemand die meerdere stallen in de buurt heeft liggen, die elk vanuit een andere windrichting geur uitstoten, meer overlast ervaren dan berekend. Deze opeenstapeling van geur noemen we ook wel achtergrondbelasting, of ‘cumulatieve geuremissie’.

In de inmiddels verouderde wet geurhinder en veehouderij wordt deze term niet genoemd. Pas in de Omgevingswet, die sinds 2024 van kracht is, wordt het fenomeen voor het eerst door het Rijk benoemd. Gemeenten zijn momenteel druk met nieuw beleid opstellen dat zich aan deze vernieuwde regels houdt.

"Staatssecretaris geeft toe dat het ministerie jarenlang niks heeft gedaan met de signalen."

De Nederlandse overheid heeft volgens de geurexpert jarenlang wanbeleid gevoerd. Zo kwam in 2006 een Duitse fabrikant met de zogenoemde combi-luchtwasser, een soort filter die vervuilde lucht letterlijk ‘wast’ met een sproeisysteem. Dit systeem zou 70 tot 85 procent van de geur verminderen. Een godsgeschenk voor veehouders, zou je denken. Het Rijk dacht een lange tijd hetzelfde en verleende miljoenen aan subsidie voor deze combi-luchtwassers.

Maar in 2007 begon de universiteit van Wageningen met onderzoek naar deze installaties. Vier jaar later bleken claims onjuist: de luchtwassers zuiverden slechts 35 tot 45 procent van de vieze lucht.

Wachten op privacy instellingen...

En vanaf toen was het nieuws - dat de combi-luchtwassers minder effectief bleken - al bekend bij het Rijk. Pas vijf jaar later, in 2016, startte het ministerie met een grootschalige steekproef. Twee jaar later luidde de conclusie dat de luchtwassers ‘niet al te best’ zijn.

Toenmalig staatssecretaris Vivianne Heijnen gaf in 2022 toe aan onderzoeksplatform Zembla dat het ministerie jarenlang niks heeft gedaan met de signalen over de slechte werking van combi-luchtwassers.

“Veevoer-lobby doet zijn stinkende best om de veestapel groot te houden.”

Ook mogen boeren die hun uitstoot verminderen onder het mom van de zogenoemde 50-procent regeling hun veestapel uitbreiden, als beloning. Maar deze afname in uitstoot was door de onjuiste claims minder groot dan verwacht. De rekensom klopte onderaan de streep niet langer.

Met de komst van de Omgevingswet in 2024 is deze 50-procent regeling gewijzigd, zodat de nieuwe limieten niet langer overschreden kunnen worden.

Volgens een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kijkt het huidige ministerie kritisch naar de hoogte van de geurnormen en de mogelijkheden die gemeenten hebben om bestaande overlastsituaties te verminderen.

Geurexpert Van Belois vindt niet dat we met z’n allen met de vinger naar boeren moeten wijzen: “Die willen ook gewoon hun boterham verdienen.” Volgens hem is de overlast vooral te wijten aan de gigantische lobby van de veevoederproducenten en de slachthuizen. Deze lobby doet zijn stinkende best om de veestapel groot te houden. Ook stelt hij dat afnemers (zoals bijvoorbeeld supermarkten) de boeren meer moeten betalen, zodat zij met een kleinere hoeveelheid dieren net zoveel geld kunnen verdienen.

LEES MEER:

Paul (74) schaamt zich voor zijn 'mesthuis': 'Je probeert het te verhullen'

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Deel dit artikel
Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!