Precies 80 jaar geleden begon de Slag om Kapelsche Veer
Het eiland tussen Bergsche Maas en Oude Maasje was lange tijd niemandsland: een kale polder met dijken en wat bomen en het huis van de veerman. En 80 jaar geleden ook de grens tussen bevrijd en bezet Nederland.
Obsessie
Net voor kerstmis 1944 roeiden fallschirmjäger vanuit de omgeving van Dussen naar het eiland. En ze bleven daar. Omdat toen ook de grote Duitse verrassingsaanval in de Ardennen bezig was, gingen alle alarmbellen af bij de geallieerden. Zo’n tegenaanval dreigde ook in Brabant.
Het 'Duitse' eiland moest vernietigd worden. Kapelsche Veer werd een obsessie voor beide partijen. En een prestigekwestie. Maar vernietigen was nog niet zo makkelijk.
Twee Poolse aanvallen en een Brits-Noorse commando-raid mislukten. De pakweg 120 parachutisten leken onoverwinnelijk. Ze zaten weggedoken in kelders en ruïnes op het eiland en zagen de aanvallers van ver aankomen.
'Olifant'
Daarom organiseerden de geallieerden half januari 1945 de grootste militaire operatie ooit in dit gebied. Codenaam Elephant.
De militairen kregen witte uniformen om minder op te vallen in de sneeuw. En er werd volop geoefend met kano’s. Die waren speciaal overgevlogen uit Canada. Bij Waalwijk probeerden ze een kano-aanval uit. Dat werd gefilmd voor het Canadese en Britse bioscoopjournaal.
De geallieerden mobiliseerden een brigade van een paar duizend man. Onder wie militairen van het Lincoln and Welland Regiment, de Argyll and Sutherland Highlanders of Canada en de South Alberta’s. Dat waren drie maanden eerder nog de bevrijders van Bergen op Zoom en Welberg.
Kanonnen
Voor deze operatie was er een overweldigende partij vuurkracht beschikbaar. 300 kanonnen en zo’n 70.000 granaten. Duizend Canadese en Poolse artillerie-soldaten stonden klaar. Er kwamen Buffalo’s van het Britse 80 Assault Squadron: gepantserde rupsvoertuigen die ook kunnen varen.
Grootste gevaar zat hem in het terrein. Polders op het eiland waren onder water gezet. Je kon alleen over de bevroren dijken en rivieren en kanalen, volop in het zicht van de vijand. Maar daar hadden de geallieerden wel een oplossing voor.
Rookgordijn
De 26e begon ijskoud. Het liep tegen zessen in de ochtend toen de eerste rookgranaten werden afgevuurd. Ook rookmachines deden hun werk. Ze hulden het besneeuwde eiland en de omgeving in een dik rookgordijn.
Om kwart over zeven kwamen honderden Canadese soldaten in beweging: van alle kanten: Scharlo, Capelle en Besoijen. Buffalo’s staken het Oude Maasje over en ploegden door modder en sneeuw richting de vijandelijke posities. Ook zes carriers –open rupsvoertuigen- met vlammenwerpers reden mee. Maar die gleden weg. 300 geallieerde kanonnen beschoten Duitse posities, ook in Altena.
Er zat ook een verrassingselement in. Zestig Canadezen in kano’s moesten de vijand via het haventje van Kapelsche Veer in de rug aanvallen. Maar ze konden nauwelijks varen over de Bergsche Maas door alle ijsschotsen.
Wind
Tot overmaat van ramp stak er ook nog een wind op. Die blies het rookgordijn weg. Daardoor kregen de Duitsers de kano's in het vizier en gingen ze op ze schieten. Diverse soldaten sneuvelden of verdronken. De minderheid die het overleefde bereikte onderkoeld de dijk. Ze konden niet terugschieten omdat hun natte wapens waren bevroren. De kano-aanval liep vast.
Intussen rukten de troepen over de dijken met meer succes op richting het hart van de Duitse verdediging op het eiland.
In de loop van de ochtend volgde een eerste Duitse tegenaanval. Met mitrailleurs, mortieren en handgranaten. De ene na de andere Canadese officier werd uitgeschakeld.
Amerikaan
Majoor Herbert Lambert (33) zat in de aanvalsgolf vanuit de richting Waalwijk. Lambert was een Amerikaan in het Canadese leger. Hij werd dodelijk getroffen en verdween in de rook en mist.
Canadese soldaten met draagbare vlammenwerpers namen de vijand onder vuur. De Duitse para’s reageerden taai. Ooggetuigen zagen Duitsers in brand vliegen, door de sneeuw rollen en doorvechten.
Kou
Grote vijand was ook de kou. Soldaten kregen bevriezingsverschijnselen en vielen uit. Ander probleem was bevoorrading. Eten en drinken moesten over rivieren of open polders.
In de middag van de 26e januari gingen de Duitsers weer in de tegenaanval. Ook voerden ze versterkingen aan vanuit Dussen en Drongelen. Vijf Duitse rubberboten kregen de volle laag. In de avond slaagden de Canadezen erin om via een gammele noodbrug ten noorden van Waalwijk twee tanks over te zetten.
Uitputtingsslag
De eerste dag van Elephant eindigde met veel slachtoffers. Alleen al het Lincoln and Welland Regimentverloor een derde van de troepen onder wie 33 gesneuvelden. Een echte doorbraak bleef uit. De aanval werd een uitputtingsslag. Dagenlang en nachtenlang.
DIT VIND JE OOK INTERESSANT
Geallieerde elitetroepen sneuvelen begin 1945 bij aanval op Kapelsche Veer