Boy Jansen 'zweefde soms boven de ton', nu stopt hij als tonproater
Boy was er al vroeg bij als tonproater. Het begon met een optreden op de middelbare school. Als 12-jarige stond hij al op het podium. De rest is geschiedenis. Nadat hij in zijn woonplaats Budel al snel een populaire en bekende verschijning werd, volgden tal van successen. Boy heeft dan ook gemengde gevoelens over zijn besluit om te stoppen. Maar met 180 optredens per jaar, is het niet langer te combineren met zijn werk als uitvaartondernemer. "Daarvoor sta je ook dag en nacht aan", zegt hij.
"Als mensen niet lachen, duurt een optreden heel lang."
Hoewel veel mensen het beroep van uitvaartondernemer niet associëren met humor, valt dat volgens Boy reuze mee: "Ik zorg in beide beroepen voor een lach en een traan. Natuurlijk ga ik geen moppen tappen bij een ceremonie, maar een glimlach op een gezicht toveren is ook heel mooi." Ooit werd hem gevraagd om bij een uitvaart als een van zijn succesvolste typetjes op te treden; als stewardess Truus van Boven. "De overleden vrouw was een grote fan van mij, maar dat heb ik toen toch maar niet gedaan. Want dat gaat mij te ver."
Het vak van tonproaten is volgens Boy veel meer dan in een ton gaan staan en grappen maken. Zo vindt hij de interactie met de zaal heel belangrijk. En ook op het juiste moment stiltes laten vallen is volgens hem van belang. "Bij het Keiebijters Kletstoernooi hebben nieuwkomers het niet makkelijk. Het duurt wel even voordat je daar de zaal meekrijgt. En als mensen niet lachen, duurt een optreden heel lang." Maar gelukkig kreeg hij de lachers op zijn hand. "Als ik de zaal plat kreeg van het lachen, dan zweefde ik als het ware boven de ton", blikt hij terug.
"In kleine dorpen kan veel meer dan in de stad."
Vreemde optredens had hij ook. "Ooit moest ik optreden voor een bouwbedrijf. Kwam ik eraan, bleek dat van de tweehonderd mensen in de zaal er honderdtachtig Pools waren. Dan sta je even te kijken en heb je met twintig mensen wel een klein publiek." Terugblikkend op zijn carrière als tonproater, ziet hij wel dat hij steeds beter werd. "Als ik nu oude beelden terugzie dan denk ik wel even, oh was ik dat".
Ook de humor zag Boy veranderen. "Veel grappen van vroeger kunnen nu niet meer. Al ben ik wel altijd iemand geweest die graag de scherpe randjes opzoekt. Ik zie wel een groot verschil tussen stad en platteland. In kleine dorpen kan veel meer dan in de stad. En ook tussen Brabant en de Randstad is het verschil groot. In Brabant kan veel meer."
Over de toekomst van het tonproaten maakt hij zich wel een beetje zorgen. "Je ziet bij jongeren dat ze op TikTok zitten, waar een grappig filmpje hooguit dertig seconden duurt. Dan is een optreden van bijna twintig minuten wel heel lang." Daarom is er ook weinig nieuw talent. Terwijl er ook tonproaters zijn die ermee stoppen omdat ze al ver in de zeventig zijn.
"Ooit weer terug in de ton? Zeg nooit nooit."
In zijn woonkamer thuis in Budel herinnert straks alleen de Zilveren Narrenkap nog aan zijn tonproat-optredens. Voor Boy was die prijs het absolute hoogtepunt, bij de Keiebijters in 2019. "Ik voelde dat het heel goed ging en dacht als het nu niet lukt, dan lukt het nooit meer." Nog altijd is hij apetrots op de prijs, die een vaste plek heeft gekregen in een kast in zijn woonkamer.
Of we hem ooit nog terug gaan zien in de ton, laat hij - heel politiek - in het midden: "Zeg nooit nooit, maar de eerste vijf jaar zeker niet." Wel zal hij af en toe in theaters blijven optreden. En ook zal hij samen met collega-tonproaters naar optredens blijven gaan. Want tussen tonproaters is er geen haat en nijd, maar vooral vriendschap, zo zegt Boy, die zich na carnaval volledig op het uitvaartwerk richt.
KeieKletstoernooi
Het KeieKletstoernooi wordt traditiegetrouw uitgezonden door Omroep Brabant. De 8-delige serie is op donderdagavond te zien. Het programma begint om 17.00 uur en wordt ieder uur herhaald. Het is ook terug te kijken op Brabant+.