Aan het WK rugby in 2027 mogen 24 landen meedoen, vier meer dan voorheen. Twee extra plekken zijn voor Europa en voor een ticket moet Oranje bij de eerste vier eindigen in de Rugby Europe Championship 2025. Die kans is niet zo heel groot aangezien zondag de eerste EK-wedstrijd tegen Spanje met 53-24 werd verloren. Daan: “We hadden nog nooit van Spanje gewonnen, maar ik had verwacht dat we dichter bij elkaar zouden zitten. In voorgaande wedstrijden viel de score niet zo ruim uit.”

Zaterdag wacht nu de cruciale wedstrijd tegen Georgië. “Spanje is de nummer achttien van de wereld, Georgië staat twaalfde. Het is een groot rugbyland met allemaal profs", weet Daan. "Het wordt lastig om bij de eerste vier te komen of we moeten op wonderlijke wijze winnen van Georgië."

De derde EK-wedstrijd is tegen Zwitserland en daarin moet Oranje proberen vijfde op het EK te worden. Iets wat de laatste twee jaar telkens lukte. "Als we daarin slagen, mogen we in het najaar tijdens een kwalificatietoernooi met landen uit andere continenten nog een poging wagen voor een WK-ticket”, legt Daan uit.

Hij heeft er vertrouwen in dat plaatsing voor het WK er gaat komen. En als dat in 2027 niet lukt, dan wel in de komende jaren. “Er komen talenten aan. De sport groeit enorm in Nederland en er is geïnvesteerd in de opleiding. Bij jeugdtoernooien doet Oranje vaak mee om de medailles.”

De selectie van het Nederlands team bestaat uit een mix van spelers die in binnen- en buitenland spelen. Het buitenland was een serieuze optie voor Daan, maar het coronavirus zette een streep door een Portugees avontuur. “Nu ben ik 26 jaar, heb ik een baan en een vriendin, dan is het lastiger om Nederland te verlaten. Het liefst doe je dat op jonge leeftijd. Ik kan in het rugby nog zeker wat jaartjes mee, maar voor nu zit ik prima op mijn plek.”

Meedoen op het WK tegen de beste landen zou een hoogtepunt in zijn carrière zijn. Een loopbaan waarin hij de nodige prijzen pakte. “Ik begon bij RFC Oisterwijk Oysters in mijn woonplaats. Eigenlijk had ik geen keuze met twee broers die daar ook al lid waren”, zegt hij lachend.

“Omdat ik voor Oranje wilde spelen, moest ik verkassen naar een club in de Ereklasse. Met DIOK in Leiden ben ik twee keer kampioen geworden, met mijn huidige club ’t Gooi één keer. Het is geen professioneel niveau en dat merk ik tijdens interlands. De intensiteit in die wedstrijden ligt veel hoger, het is leuk om je te meten met zulke goede spelers.”

Bij zijn club en Oranje is Daan aan de zijkant een gevaarlijke speler met zijn snelheid. “Het is zaak om zo ver mogelijk weg te rennen van de grote jongens. Er lopen gasten rond van 130 kilo en meer dan 2 meter lang. Met mijn 1.86 meter en 90 kilo ben ik niet de lichtste, maar zeker niet de zwaarste. Onderschat het fysieke aspect niet. In de top ontkom je er niet aan om regelmatig de sportschool in te duiken.”

Bekijk hier de hoogtepunten van de wedstrijd van zondag tegen Spanje: