Deze prachtige vrouw veroverde het hart van twee koningen
Wie een glimp wil opvangen van hoe deze beminnelijke schone eruit heeft gezien, kan haar standbeeld bewonderen op de hoek van de Leijsenhoek en de Mathildastraat. Daar is ze in 1979 vereeuwigd op een inmiddels groen uitgeslagen sokkel, vlak bij de plek waar ooit de herberg stond die ze bestierde. Het is een onooglijk en winderig hoekje, pal achter haar ontsiert een tegen de muur geschroefde elektrische installatie het aangezicht.
Dat beeld staat in schril contrast met hoe schrijver, dichter, predikant en hoogleraar Nicolaas Beets haar beschrijft in Camera Obscura. Deze bekende verhalenbundel, die hij creëerde onder het pseudoniem Hildebrand, verschijnt oorspronkelijk in 1839, maar het verhaal over Mooie Keetje wordt pas later toegevoegd.
"Keetje, het fijnst, het netst besnedene bekje van alle noord-brabantsche meisjes, die ik onder eenigen stand gezien heb. Keetje, met het rankst figuur, de liefste voetjes, de kleinste handjes met kuiltjes op iederen vinger. Dat blanke gezichtje, die groote blauwe oogen, met dien doordringenden opslag. Het geestige, hupsche, vroolijke keetje, die zoo lief praat, en zoo lief lacht. Als zij lacht ontbloot zich een rij van gelijke tanden, die ooit tussen rozeroode lippen hebben uitgeschenen."
Niet alleen Hildebrand valt als een blok voor haar schoonheid, goede karakter en humor, ook menig ander man die haar leert kennen. En dat zijn er hoogstwaarschijnlijk duizenden. De net 23-jarige Keetje neemt in 1830 de herberg over van haar ouders. Net op dat moment begint de Belgische opstand, die uiteindelijk leidt tot de afscheiding van Nederland in 1839. Kroonprins Willem II trekt met zijn troepen door Brabant om onze zuiderburen een lesje te leren. De Oosterhoutse herberg ligt op het pad en daar raken Willem en zijn manschappen in de ban van haar. Ondanks dat de prins in Raamsdonksveer is gelegerd, bezoekt hij zijn 'princenlief' regelmatig, ook als hij later koning is.
Hildebrand leert Keetje precies op dezelfde manier kennen als hij in 1832 in Oosterhout is gelegerd. Hij keert in 1839 terug en dat is het moment dat hij besluit haar op te nemen in zijn verhalenbundel. Ze blijven sindsdien altijd contact met elkaar onderhouden, tot op hoge leeftijd. Of ze ook het bed hebben gedeeld, is onbekend. Maar hun eerste ontmoeting maakt op Hildebrand een onuitwisbare indruk: "De groote geplooide slippen van de brabantsche muts, waar twee donkere platgestreken haarlokken eventjes uitkeken, vielen over een donkerrood doekje met groene ruiten, dat haar schouders en boezem tot hoog in den hals bedekte, en wonderwel afstak bij haar blank kinnetje."
Ook is hij diep onder de indruk van haar karakter. "Niemand die zij lomp behandelde of boos maakte. Ze bleef zo lief en vriendelijk tegen allemaal, dat iedereen dacht op goede voet met haar te zijn..."
Keetje blijft haar uitzonderlijke schoonheid behouden zelfs als ze oud is en dat levert haar naast een gouden ketting van Willem III nog veel meer op. De pronkkamer van haar herberg ligt bomvol allerlei cadeaus die haar bewonderaars haar schenken. Pas in 1885 verkoopt de in 1807 geboren Oosterhoutse haar horecagelegenheid. Tien jaar later overlijdt ze in een gasthuis in haar geboortestad. Ze is dan 87 jaar oud.
Vervlogen Verleden
Vervlogen Verleden is een wekelijkse rubriek over leuke, opmerkelijke of grappige weetjes uit het rijke Brabantse verleden. Heb je een tip, mail dan naar: [email protected]