Duizenden feestneuzen gaan weer op pad om te klûnen: 'Het rijst de pan uit'
"Kijk", zegt Hetty Pellenaars terwijl ze op de Grote Markt om zich heen wijst. "Daar lagen de eerste jaren allemaal matten op de grond waar ze met schaatsen aan overheen liepen. Die waren geleverd door een tapijthandelaar. Maar dat echte klûnen mocht al snel niet meer. Te gevaarlijk, zeker als iedereen wat gedronken had."
En zo werden houten bruggetjes (te glad) en nepsneeuw (slecht voor het milieu) op den duur ook niet meer toegestaan. Maar het zaadje was allang geplant. De Bredase klûntocht groeide uit tot een enorm succesvol evenement.
"De stempeltjes op de
"We begonnen in 1996 met driehonderd doorgewinterde carnavalsvierders, maar nu verkopen we zesduizend kaarten", vervolgt de 71-jarige Pellenaars, die voorzitter is van de organiserende stichting en ook meehielp met de allereerste klûntocht. "Dit is het maximum, want meer mag niet vanwege de veiligheid."
De Klûntocht werd eind jaren negentig in de kroeg, hoe kan het ook anders, bedacht door het echtpaar Kees en Margreet van de Kerkhof. Elf cafés op de Grote Markt werden een dag lang vernoemd naar de Friese plaatsen zoals die in de beroemde Elfstedentocht. De feestgangers gingen verkleed op pad, kregen bij elke kroeg een stempel op een speciale kaart en haalden aan het einde uiteindelijk een klûnkruisje op.
Die formule bleek in te slaan als een bom. De georganiseerde kroegentocht werd groter en groter. Het is eigenlijk carnaval vermomd als après-ski party. "Noem het maar een pre-carnavalsfeestje", zegt Hetty Pellenaars. "Want we hebben een parade, een motto en mensen moeten zich verkleden. Eerst kwamen mensen vooral met schaatsen om hun nek en skipakken aan, maar nu verkleden ze zich massaal."
"Het is moeilijk te zeggen wat het succes van de klûntocht is", vervolgt ze. "Het is altijd drie weken voor carnaval, dus dan kan je er alvast inkomen. Op zondagmiddag van 13.00 tot 18.00 uur en dat is lekker overzichtelijk: feesten, wat eten en dan naar huis."
"Het is nu drukker en er doet meer jeugd mee."
"Het grootste verschil met vroeger is eigenlijk alleen dat het nu drukker is. Maar iedereen gaat nog altijd de cafeetjes af en daar worden nog altijd 'bonk bonk' handmatig de stempeltjes gezet. We hebben nu wel vierentwintig in plaats van elf kroegen, anders past het niet meer."
"Er doet nu ook meer jeugd mee", weet de klûnvoorzitter. "Die willen soms ook housemuziek horen, maar dat is niet de bedoeling. Dat houden we goed in de gaten en we hebben gewoon nog steeds carnavalskappellen."
Andere plaatsen hebben het succes in Breda gezien en doen het na. Ook in bijvoorbeeld Roosendaal, Tilburg, Steenbergen, Chaam en Zevenbergen kan er op de een of andere manier geklûnt worden. "In Oss doen ze het ook al veel langer en we zijn daar ooit eens gaan kijken. Wij waren toen al twee jaar bezig, dus ik weet niet wie de eerste was. Wij doen het hier in ieder geval anders en het maakt ook niet uit."
Maar ook hier heeft succes wellicht een schaduwkant. Naast de zesduizend verkochte kaarten komen er nog duizenden extra bezoekers. "Er komen steeds meer mensen van buitenaf", legt Hetty uit. "Dus de regels in verband met de veiligheid zijn inmiddels wel veranderd en aangescherpt."
"Ik denk wel dat we er voor moeten waken dat het niet te druk gaat worden", besluit ze. "Dat we niet ten onder gaan aan ons eigen succes. Na de corona was het heel even minder, maar nu rijst het weer de pan uit. Het wordt dit jaar heel druk."