Natuurlijk kun je de komende dagen weer volop carnavallen in de kroeg of ergens op een plein. Maar de laatste jaren zijn er steeds meer carnaval festivals: feesten waar je een kaartje voor moet kopen, met kluisjes en toegangspoortjes in een afgesloten hal of tent. Is dit het einde, of juist de redding van carnaval? ‘Carnaval leeft weer in het dorp.’

Kroegen dicht
In Den Dungen kun je zeven dagen lang naar Krabberfest. Dat festival is ontstaan omdat de kroegen in het dorp leegliepen, vertelt organisator Julien Sleutjes. “Het carnavalsgevoel ging weg uit Den Dungen, in de kroegen stonden nog maar enkele tientallen mensen.” Sleutjes en de lokale horeca vonden dat er iets moest gebeuren.

Met de kroegeigenaren is toen besloten de cafés dicht te gooien tijdens carnaval, en samen te investeren in drie grote feesttenten met een gevarieerd programma. Dus de echte carnavalsmuziek, maar ook is er op Krabberfest ruimte voor dj’s en andere artiesten.

‘Carnaval leeft weer’
Sleutjes ziet het op meer plaatsen: de kroeg wordt vaak ingeruild voor de festivaltent. “Ik snap het wel. Als de kroegen in het dorp leeglopen moet je wat, je moet niet vasthouden aan het verleden. De V&D bestaat ook niet meer, tijden veranderen.”

De aanpak slaat aan. Vorig jaar ontving Sleutjes zo’n vijftienduizend bezoekers per dag. Een kaartje voor alle dagen kost 30 euro, kinderen krijgen korting: “Van dat geld regelen we alles. De artiesten, de aankleding.” 49 artiesten maken deze carnaval hun opwachting in Den Dungen, en dat heeft effect, constateert Sleutjes: “Er ontstaat weer van alles, carnaval leeft weer in het dorp.”

VIP-kaartjes
Een nog duidelijker voorbeeld van deze 'festivalisering' kun je op carnavalszaterdag en -zondag vinden in de Brabanthallen in Den Bosch. Daar vindt dan Karnaval Festival plaats, een ‘uniek hardstyle-festival’. Dat dat anders klinkt dan het gemiddelde dweilorkest in het centrum van Den Bosch moge duidelijk zijn: ‘Hier hoef je geen hoempapa-bandjes te verwachten: reken op stages met dikke geluidssystemen, een dj-booth en gaan met die banaan’, zo staat er op de website te lezen. Het festival bestaat al sinds 2017.

Een ticket voor de twee dagen kost 78 euro en er zijn VIP-kaartjes voor wie een extra mooi plekje en luxe toiletten wil (132 euro). Er rijden pendelbussen, legitimatie is verplicht en bellenblazen verboden. Oftewel: een echt festival, maar dan met een carnavalssausje. De organisatie verwacht 23.000 bezoekers.

‘Geen concurrent van de kroeg’
Organisator Remko Hermans vindt het jammer dat mensen die de enquête invulden niet blij zijn met de festivals tijdens carnaval. Hij vindt het juist mooi dat er tijdens carnaval voor ieder wat wils is: “Wat ons betreft is de doelgroep van carnavalsvierders echt wel groot genoeg voor beide opties. Er zijn nog genoeg mensen die het in de kroeg willen vieren.”

Waar in Den Dungen de kroegen leeg bleven, ziet hij ook veel cafés die juist te druk zijn. Festivals zijn dan een 'logische ontwikkeling'. “Karnaval Festival biedt ook iets voor een specifieke doelgroep.” Hermans ziet zichzelf zeker niet als concurrent voor de kroegen.

Niet te stoppen
Leuk of niet, volgens Hermans kunnen we er maar beter aan wennen: wil je jongeren trekken, dan moet je je best doen. “De jeugd wil vermaakt worden. Die willen een show, een line-up. Als kroeg moet je ook echt dingen organiseren tegenwoordig. Gewoon de deur openzetten en ze komen wel, dat werkt niet meer zo, denk ik. Wij moeten er ook keihard voor werken, de kroegen ook.”