Wendy legt zich niet neer bij beslissing justitie en ze is niet de enige
Dat zouden er niet zoveel zijn als mensen het gevoel zouden hebben gehoord te zijn, meent onderzoeker Van Lent. En dat niet gehoord voelen is voor Wendy ook een belangrijke reden om de stap te zetten. Haar zaak is wel een bijzondere. Wendy wil zichzelf, door het aanspannen van de procedure, voor de rechter slepen. Dit om haar naam te zuiveren. Ze accepteert het niet dat ze alleen een waarschuwing kreeg wegens smaad. Ze wil haar zaak bepleiten voor een rechter.
Per jaar krijgt de beklagkamer van het Gerechtshof in Den Bosch ruim 500 artikel 12 procedures voorgeschoteld uit drie provincies. Landelijk zijn dat er ruim 2000. Leonie van Lent is universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht en deed onderzoek naar die procedures.
Zijn het vooral mondige burgers die deze klacht indienen? Van Lent denkt dat de artikel 12 procedures ook voortkomen uit een ‘onpersoonlijke’ afhandeling van veel strafzaken.
“Stel, je wordt op je gezicht geslagen”, geeft ze als voorbeeld. “Dat is voor de politie en het OM een ‘kleine zaak’, maar heeft flinke impact op het slachtoffer. Als je dan een onpersoonlijke brief krijgt dat de politie geen onderzoek gaat doen, dan is het begrijpelijk dat mensen zich niet gehoord voelen. Mensen vinden dat niet goed wordt uitgelegd waarom een beslissing is genomen.”
"De procedure is lang en zwaar."
Van Lent pleit dan ook voor een meer persoonlijke aanpak, in de vorm van bijvoorbeeld een betere brief of een persoonlijk gesprek. “Die aandacht is het waard, want niemand zit te wachten op een artikel 12 procedure. Die is vaak lang en zwaar voor alle betrokken partijen”, zegt Van Lent.
Advocaat-generaal Gerard Sta van het Gerechtshof in Den Bosch herkent zich maar deels in de kritiek van Van Lent. Volgens hem zorgen de artikel 12 procedures niet voor problemen of extra werkbelasting.
"Sommige zaken hebben een hoog coniferen-gehalte."
Wel herkent hij de soms onpersoonlijke afhandeling van zaken. “Maar dat is al eerder toegegeven”, zegt Sta. “De brieven zullen niet allemaal de schoonheidsprijs verdienen. Maar er is wel werk van gemaakt om betere uitleg te geven.” Een persoonlijk gesprek met een officier van justitie komt wel voor, maar is volgens Sta niet standaard.
De advocaat-generaal heeft zelf veel artikel 12 procedures afgehandeld. “Het heeft soms een hoog 'coniferen-gehalte'. Mensen liggen in een vechtscheiding en moeten de boedel scheiden. De een beschuldigt de ander van diefstal en is dan boos dat het niet voor de rechter komt. Ik heb het vaak genoeg gezegd in de rechtszaal: je moet toch samen verder.”
"Belangrijik onderdeel van onze rechtsstaat."
Sta wijst erop dat de artikel 12 procedures juist heel belangrijk zijn. “Het is een controlemechanisme”, legt hij uit. “De officier van justitie is de enige die besluit of iets voor de rechter komt. Dit is een waarborg dat dat goed gaat. Het is een belangrijk onderdeel van onze rechtsstaat.”