Puck en Juliëtte hadden een winstgevende carnaval: '160 euro in uurtje'
De meiden uit Rotterdam kwamen zaterdag een dagje carnavallen in Kielegat. "Maar om tien uur 's avonds kwamen we erachter dat de munten op waren en stonden we op het punt om te gaan", vertelt Puck. "Totdat we een meisje zagen lopen met een stapel bekers, die ze voor statiegeld kon inleveren."
Dat bracht Puck en haar vriendin op een idee. "We besloten nog niet naar huis te gaan, maar even bekers te gaan rapen. Voor iedere beker kreeg je vijftig cent, dus in een uurtje hadden we 160 euro euro verdiend", lacht ze.
De meeste Brabanders kunnen een voorbeeld nemen aan de bovensloters, want het was een grote bende in Breda. "De straten lagen vol bekers. Veel mensen wisten niet dat je er geld voor terugkreeg of ze gooiden de beker uit luiheid op de grond, want er waren maar twee inleverpunten in de stad."
Puck en Juliëtte waren de beroerdste niet en pakten zelfs winst met hun 320 verzamelde bekers. "Ons kostuum, de treinreis en het eten hebben we terugverdiend. Daarnaast hebben we allebei twintig euro aan winst overgehouden. We gaan samen op vakantie, dus dat komt goed uit", lacht Puck.
"Sommige bekers zaten vol plas of kots."
De meiden moesten hun handen wel vies maken voor dat beetje winst. "Het was echt goor werk. Sommige bekers lagen bij de toiletten en zaten vol met plas of kots. Dat gooiden we dan tegen de muur om de beker mee te nemen. We hebben bijna alle bekers opgeraapt, behalve de bekers die kapot waren. Want daar kregen we geen statiegeld voor."
Het geld was de voornaamste reden dat de meiden aan het rapen gingen. Dat de straten een stuk schoner werden, vonden zij mooi meegenomen.
"Het is zonde dat je geen geld meer krijgt voor kapotte bekers, want er lagen er zoveel. Er lagen ook veel sjaals, hoeden en kapotte zonnebrillen die tijdens het carnavallen van mensen hun hoofd zijn gevallen", vertelt Puck.
"Sleutelbossen of pinpassen die we tegenkwamen, hebben we ingeleverd in de kroeg. Voor het verzamelen van de bekers kregen we veel hulp van mensen op straat en van een beveiliger die bekers aanwees. Dat was heel leuk", lacht ze.
"Doekjes en desinfectiemiddel gekregen."
De reactie van de mensen bij het inleverpunt was volgens haar ook de moeite waard. "Zij waren heel hard aan het lachen, iedere keer dat we terugkwamen. Ze gaven ons zelfs doekjes en desinfectiemiddel om onze handen schoon te maken. Zelf mochten ze gelukkig ook niet klagen over wat ze voor het werk kregen."
De meiden overwogen na het winstgevende uurtje langer door te gaan. "Maar om vijf over elf zaten we weer in de trein. Juliette moest de volgende dag werken, maar twijfelde om haar werk af te bellen. Ze verdient minder bij haar bijbaantje", zegt Puck.
Daarom gaan ze volgend jaar terug om de bekers van de straten in Kielegat te rapen. "Maar dan nemen we handschoentjes mee en bereiden we ons beter voor", lacht ze. "We hebben namelijk best wat spierpijn eraan overgehouden. Onze rokjes waren niet heel lang, dus we moesten flink door de knieën."