Staartmees vecht tegen eigen spiegelbeeld in raam en spiegel
Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:
Staartmees vliegt constant tegen raam en spiegel
Hetty van Veghel ziet volgens haar een staartmees in haar tuin. Ze ziet dat het beestje tegen het raam vliegt en de spiegel in de tuin. Is dat met de bedoeling het gebied af te bakenen, is haar vraag. Allereerst klopt het dat ze een staartmees heeft gezien. Dat kun je zien op haar foto. De staartmees is met zijn of haar gedrag heel duidelijk bezig eventuele concurrenten aan te vallen. Staartmezen, maar ook andere vogels, vliegen tegen ramen en spiegels omdat die enorm spiegelen.
Zij denken daar een concurrerende staartmees in te zien en die willen ze dan wegjagen. Mocht dit tikken tegen de ruit of spiegel te heftig worden, dan kun je misschien af en toe het gordijn dicht doen of de spiegel tijdelijk bedekken. Overigens heb je hier wel te maken met een van de mooiste mezen die er volgens mij zijn. Staartmezen hebben een staart die net zo lang is als hun lichaam. Verder lijkt het zwartwitte lichaam een mooi bolletje. Staartmezen maken geen nest in een holte - zoals andere mezen - maar maken kleine nesten in hagen of in een dicht naaldbos.
Een krakeendmannetje, is die andere het vrouwtje?
Thea Willems stuurde mij een werkelijk prachtige foto van twee krakeenden. Ze weet dat een van de twee een mannetje is en dat de andere niet het vrouwtje kan zijn, want dat had ze opgezocht. Maar wat is die andere er dan voor een, is haar vraag. De ene krakeend is inderdaad heel duidelijk een mannetje. De bruine kop en het zwarte achterlijf met de lichtbruine staartpunt zijn daarvoor de best herkenbare kenmerken. Daarnaast zie je heel duidelijk op de foto dat de rest van het lichaam grijs is met mooie lange beige schouderveren en je ziet een zwartgrijze snavel.
De andere krakeend heeft ook veel weg van dit beschreven mannetje, maar hij is nog niet zover. Deze moet nog op kleur komen, zijn zomerkleed is nog niet compleet. Tegenwoordig zie je overigens steeds meer krakeenden in ons land. Aantal broedparen staat nu op 26.000 tot 32.000, gemeten in de periode 2018-2020.
Spin ontdekt in de achtertuin
Rita Koolen zag in haar achtertuin in Helmond Brouwhuis een spin. Ze wil graag weten om wat voor spin het gaat maar kon het niet gevonden krijgen. Het antwoord is: kleine gerande oeverspin. Ons land kent twee gerande oeverspinnen: de kleine en de grote. Deze laatste is in ons land één van onze grootste spinnensoorten, maar komt nauwelijks voor in Brabant. De kleine gerande oeverspin vind je vooral op de hogere zandgronden van Zuid- en Oost-Nederland en dus in Brabant. Ze leven daar in natte en ruige natuurgebieden dichtbij water. Naast dat de kleine gerande oeverspin een stevig postuur heeft, valt ook meteen de gele lengtestreep op. Deze lengtestreep loopt zowel over het kopborstuk als over het achterlijf. Deze kan naast geelbruin ook soms zwartbruin van kleur zijn.
Beestje keek door het raam van de achterdeur naar binnen, wat is de naam van dat beestje?
Maria van den Einden zag een beestje, maakte een foto en ze vroeg zich af wat voor een beestje het was. Als je goed naar de foto kijkt, zie je dat het diertje in een soort T-vorm zit. Tevens kan je zien dat het een insect is en enigszins lijkt op een vlinder. De familie waar dit insect toe behoort is de familie van vedermotten. Het specifieke insect op haar foto is een windevedermot. Vedermotten zijn nachtvlinders, die in rusthouding zo’n T-vorm aannemen. Deze 'T' ontstaat doordat deze insecten diepe insnijdingen in de voor- en achtervleugels hebben. Deze vleugels zijn vaak opgerold en staan van het lichaam af. Windevedermotten kun je bijna heel het jaar tegenkomen. Ze overwinteren namelijk als volwassen dier.
Bruine kikker gespot op 17 februari, moet deze kikker niet in winterslaap zijn?
Jan van de Heuvel zag op 17 februari een bruine kikker in het bos en vroeg zich af of die kikker niet in winterslaap moest zijn. Dit is weer zo’n voorbeeld, dat onze winters steeds minder echte winters zijn. Voorheen sliepen de amfibieën hun winterslaap uit tot half maart, maar tegenwoordig verschijnen ze steeds vroeger. We noemen zoiets de voorjaarstrek van amfibieën, soms aangeduid met de paddentrek. Dat laatste is waarschijnlijk omdat de padden het meest opvallen, vanwege hun trage voortbeweging (kruipen) en daardoor vanwege de massaliteit waarmee dat gepaard gaat. Bruine kikkers zijn veel sneller (springen) en dus ook snel in het zomerbiotoop. Daarnaast vraag ik me af of er onder de amfibieën, vooral kikkers, dieren bij zijn die helemaal geen winterslaap meer doen. Dit kan natuurlijk ook omdat er gedurende die mildere winters ook steeds meer voedsel, insecten, voor handen is.
Gerande oeverspin – Natures Garlands
Publicatie: 5 jun 2017
Waar krabbenscheer is, is vaak ook de gerande oeverspin te zien, een van Nederlands zeldzamere grote spinnen. Je moet wel even goed zoeken, want hij stelt zich vaak verdekt op. Terwijl ik aan het filmen ben, horen we achter ons de wielewaal zingen! Het is ook op de video te horen. De oeverspinnen kunnen net als Jezus over water lopen. De schijnbare overwinning van de zwaartekracht komt door de oppervlaktespanning. Oppervlaktespanning ontstaat omdat watermoleculen elkaar sterk aantrekken. Vanwege de spanning van het oppervlaktewater kan deze oeverspin zich op het water bewegen zonder kopje onder te gaan. In de film is duidelijk te zien dat de pootjes en het lichaam kuiltjes in het wateroppervlak drukken. Lopen over water is, net als vliegen, een stille wens van de mens, al zolang we bestaan. Vliegen kunnen we inmiddels, maar met het lopen over water wil het nog niet zo lukken. Misschien moeten we nog even geduld hebben.