Moord op dochter Jolanda verwerkte Louis nooit: ‘Nog steeds nachtmerries'
Schokkend genoeg is wat Louis en Annemie is overkomen niet eens heel uitzonderlijk. Want iedere acht dagen wordt er in ons land een vrouw vermoord en in ongeveer de helft van de gevallen is dat door haar partner of ex. Dat er in hun eigen stad nu een tentoonstelling over is, bij het station, vinden ze fijn. Daar hangt een grote afbeelding van Jolanda met een citaat van Louis erbij: “Papa, als hij hierachter komt, vermoordt hij me.” Het is wat Jolanda tegen haar vader zei nadat ze op vakantie een wandeling had gemaakt met een aardige ober.
Op 20 februari 2002 kreeg Annemie een telefoontje. Haar dochter was niet op haar werk. Louis lag op dat moment in het ziekenhuis, hij had een dag eerder een openhartoperatie gehad. Annemie ging naar binnen in de flat en vond haar dochter in een plas bloed. “We waren allemaal verdachte van de moord”, zegt Annemie.
Louis kreeg rechercheurs bij zijn bed. “Die stelden allemaal rare vragen. Ze zeiden dat ik het heel goed gepland had, dat het mij heel goed uit kwam. En ik wist niet waar het over ging. Ze vertelden niet dat mijn dochter dood was.” Dat hoorde hij pas ’s avonds van zijn vrouw. “Het was een klap met een zware hamer. Je weet niet wat je overkomt.”
Zes weken lang wisten ze niet wie de moordenaar was. Al die tijd was de band met Jolanda’s ex innig. “Hij kwam bij mij over de vloer om me te troosten. Na een week mochten we Jolanda zien, ze lag opgebaard. Toen zag ik dat haar keel was doorgesneden. Ik ben daar in elkaar gezakt en hij heeft mij opgeraapt en getroost.” Na zes weken ontdekte Louis het moordwapen. De vingerafdrukken van Jolanda’s ex stonden erop.
‘Psychologische hulp heb ik nog steeds niet gehad.”
“Je kunt het niet begrijpen”, zegt Louis geëmotioneerd. Nog altijd worstelt hij met deze traumatische ervaringen. “Psychologische hulp heb ik nog steeds niet gehad.” Toen de moordenaar van Jolanda van zijn bed werd gelicht, sliep Louis’ zoon bij hem. “Jolanda’s ex had er zo veel verdriet van dat hij niet alleen kon zijn, zei hij. Op een nacht hebben ze hem van z’n bed gelicht en gearresteerd en mijn zoon is in z’n onderbroek op straat gezet. Helemaal overstuur kwam hij thuis.”
Later hoorden de ouders hoe het is gegaan. Annemie: “Die bewuste dag zou Jolanda nog wat financiële dingen regelen. Toen ze weg wilde gaan, heeft hij een mes gepakt en haar ik weet niet hoe veel keer gestoken.”
Aan de tentoonstelling werkt Louis mee omdat hij aandacht wil vragen voor het lot van nabestaanden: “Die mogen niet in de hoek worden gedrukt. Ze maken op dat moment al zo veel ellende mee. Je komt in één keer in een drama terecht. Dan moet er ook meteen hulp zijn.” Omdat Louis ernstig ziek is, hij heeft longkanker, krijgt hij volgende week eindelijk een gesprek met een traumapsycholoog. “Na 23 jaar. Hoe is het mogelijk? Ik heb er nog steeds nachtmerries van.”
"Vrouwen zijn geen gebruiksvoorwerp."
Met andere nabestaanden knokte Louis voor spreekrecht voor nabestaanden in de rechtbank. Maar er moet nog veel gebeuren. “Instanties moeten beter samenwerken. Er moet beter naar mensen worden geluisterd.” Hij zet zich in voor slachtoffers. “Dit moet stoppen. Vrouwen zijn geen gebruiksvoorwerp. Vrouwen zijn geen bezit. Vrouwen zijn even volwaardig, gelijkwaardig en hoogwaardig. Net als mannen. Daar moeten ze vanaf blijven.”
De tentoonstelling over femicide, met de verhalen van dertien slachtoffers, is te zien bij het station van Tilburg tot en met 1 april.