Tekort aan jeugdbeschermers zoals Sara: ‘Je kunt echt het verschil maken’
Jeugdbeschermers komen in beeld als de kinderrechter oordeelt dat een kind in een onveilige situatie opgroeit. Het kan gaan om ernstige problemen, zoals huiselijk geweld, complexe scheidingen of een ouder die verslaafd is. “Het is aan ons om te helpen weer orde in het gezin te brengen”, legt Sara uit. Ze werkt al ruim acht jaar als jeugdbeschermer in Den Bosch.
Het werk in de jeugd- en kinderbescherming kan volgens haar soms heftig zijn. Niet iedereen houdt het vol. “Natuurlijk is het soms schrijnend. En als je alles voortdurend mee naar huis neemt, kun je het werk ook niet doen.” Beginnende collega's haken daarom soms na een of enkele jaren af, omdat ze het te zwaar vinden. “Het is juist daarom belangrijk dat je als jeugdbeschermer ook goed voor jezelf zorgt, dat heb ik ook moeten leren.”
"Afhankelijk van de oorzaak zoek ik passende hulp."
Sara en haar collega's zijn geen hulpverleners, maar regievoerders voor gezinnen en kinderen, zoals zij het noemt. Ze zoeken onder meer uit welke hulp een gezin nodig heeft en zorgen dat de hulp op de juiste manier wordt ingezet. “Als een kind bijvoorbeeld steeds te laat op school komt, ga ik niet zelf het probleem oplossen, maar kijk ik wat erachter zit. En afhankelijk van de oorzaak zoek ik passende hulp.”
Ook ondersteunt ze gezinnen met praktische zaken. Zoals het aanvragen van financiële steun en het bemiddelen over wanneer gescheiden ouders met de kinderen op vakantie kunnen bijvoorbeeld . En ook maakt ze zo nu en dan een wandeling met kinderen, zodat ze even hun verhaal kwijt kunnen.
Jeugdbeschermers zijn dus meestal bij een gezin betrokken na een uitspraak van de kinderrechter. Dan wordt bekeken welke hulp nodig is. Soms stopt Sara's begeleiding wanneer dat duidelijk is en wanneer de hulp geregeld is, maar bij sommige gezinnen komt ze al acht jaar over de vloer. “We blijven zo kort mogelijk betrokken, want ouders en kinderen moeten het uiteindelijk zo snel mogelijk weer zelf doen. Maar als het nodig is, helpen we hen verder op weg", legt ze uit. "Juist door een band op te bouwen, leer je mensen goed kennen en weet je wat écht helpt. Zo kun je het verschil maken.”
Niet elk traject verloopt even succesvol en dat kan frustrerend zijn, weet Sara. “Je kan iemand een gereedschapskist vol oplossingen bieden, maar mensen moeten zelf de tools oppakken. Als dat niet gebeurt, kun je weinig doen.” Met name bij ouders in een scheiding kan dat lastig zijn. “Je probeert soms van alles, maar als ouders zo in hun strijd blijven hangen, lukt het soms niet. Dan moet je soms samen concluderen dat traject afsluiten met de conclusie: ‘We hebben het hoogst haalbare bereikt'.”
“Het is schrijnend dat sommige kinderen geen jeugdbeschermer hebben.”
In Nederland zijn er zo’n drieduizend professionals zoals Sara, terwijl er ruim dertigduizend kinderen en gezinnen afhankelijk zijn van hun hulp. Er zijn volgens Sara genoeg kinderen die nog geen jeugdbeschermer hebben. En dat vindt ze superschrijnend. Bij jeugdbescherming Brabant zijn er op dit moment 48 kinderen zonder een aanspreekpunt zoals zij, op een totaal aantal van ongeveer 2700 kinderen. Er zijn wel contactmomenten met deze kinderen, maar dus niet met een vaste jeugdbeschermer. En dat moet veranderen, vindt Sara.
Daarom is zij nu een van de gezichten van de landelijke campagne ‘Ik doe het. Jij ook?’. Zo wil ze meer mensen interesseren voor het vak van jeugd- en kinderbeschermer. “We hebben een moeilijk beroep, en in de media wordt vaak negatief over ons geschreven. Bijvoorbeeld als het misgaat in gezinnen”, legt ze uit. “Maar er zijn zoveel ouders en kinderen die wél blij zijn met jeugdbeschermers. Dat je echt iets kunt veranderen en samen een gezinssituatie kunt verbeteren, is het allermooiste aan dit werk.”