In feite komt de KRW erop neer dat overheden ervoor zorgen dat er voldoende en schoon water is. Misschien wel het belangrijkste onderdeel van richtlijn is het 'one out, all out'-principe. Dat houdt in dat de waterkwaliteit pas goed is, als aan álle eisen is voldaan. Momenteel is dat in Brabant nergens het geval. En daarmee zijn we dus out.

Probleemstoffen
Om hier verbetering in te brengen, hebben de provincie en de waterschappen de afgelopen tijd een pakket met extra maatregelen opgesteld. Dit pakket heet de 'KRW-impuls'. Zo willen de overheden bijvoorbeeld maatregelen nemen tegen bestrijdingsmiddelen, mest en andere probleemstoffen in het water, zaken die daar niet in thuishoren.

Opsporen en zuiveren
Op veel plekken zit er momenteel teveel nitraat uit mest in het grondwater. Ook zitten er bij 16 van de 37 grondwatervoorzieningen bestrijdingsmiddelen in het water. Daarnaast worden geneesmiddelen, PFAS en industriële stoffen ook veel aangetroffen.

Die probleemstoffen moeten uit het water gehaald worden. Daarom willen de waterschappen hun waterzuiveringsinstallaties verbeteren en uitbreiden. Om de toestroom van slechte stoffen te verminderen, moet er ook meer controle en handhaving komen. Daarbij komt er extra aandacht voor het opsporen en aanpakken van bronnen van vervuiling.

Natte natuur
Een goede kwaliteit van water betekent ook dat de ecologische kwaliteit van het water in orde moet zijn. Dat betekent dat planten en dieren moeten kunnen leven in het water waar ze thuishoren. Ook iets waar in de richtlijn aandacht voor is. Om deze ecologische kwaliteit te verbeteren, moeten beken en kreken bijvoorbeeld natuurlijker gaan stromen en is vernatting in en rond natuurgebieden nodig. Voor dat laatste moet het grondwaterpeil omhoog.

Voor de herinrichting van het (water)landschap, zoals hierboven benoemd, is grond nodig. Dit onder meer om natuurgebieden met elkaar te verbinden. Het aankopen van die grond gaat niet altijd even makkelijk, mede door stijgende grondprijzen. Om toch aan de benodigde grond te komen, zijn de provincie en waterschappen bereid om dwang toe te passen. Daarbij moet worden gedacht aan een gedoogplicht, verplichte kavelruil en in het uiterste geval zelfs onteigening, zo blijkt uit de donderdag gepresenteerde plannen.

Niet klaar na 2027
De provincie en waterschappen zeggen 'een forse stap in de goede richting' te zetten met het maatregelenpakket. Tegelijkertijd denken ze niet dat vóór 2027 alle doelen gehaald zijn. Ook na 2027 is er dus nog genoeg te doen, klinkt het vanuit het provinciehuis in Den Bosch.

De Kaderrichtlijn Water verplicht landen om in 2027 aan de afgesproken eisen te voldoen. Dit nalaten kan grote gevolgen hebben. Zo kan de vergunningverlening op slot gaan, waardoor het voor bedrijven moeilijk wordt om water te gebruiken of te lozen. Ook kan de aanleg van dijkversterkingen en bruggen in de knel komen.

Daarnaast kan Brussel de provincie een eenmalige boete én een dwangsom per dag opleggen, als blijkt dat de Brabant niet voldoende heeft gedaan om de doelen te halen. Het bedrag daarvan kan oplopen tot honderden miljoenen euro's.

Door nu een impuls te geven, hoopt Brabant in ieder geval te kunnen laten zien dat ze 'alles op alles' heeft gezet om aan de eisen uit de KRW te voldoen. Op die manier hopen de provincie en waterschappen de geldboetes te ontwijken.