STUIFMAIL

Wie doet zoiets? Frans heeft wel een idee

Vandaag om 08:30 • Aangepast vandaag om 14:18
nl
Boswachter Frans Kapteijns deelt wekelijks zijn kennis van de natuur. Iedereen kan vragen insturen via [email protected]. Dit keer besteedt Frans onder meer aandacht aan een kraamspin in lampenpoetsgras, een drol en uitgebraakte kikkers. Deel twee van deze Stuifmail wordt zondagochtend gepubliceerd.

Ieder weekend is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister de podcast hier:

Wachten op privacy instellingen...

Wat zit er in mijn nestkastje?
Carola van Bergen trof bij het schoonmaken van nestkastjes iets kleverigs en hard aan. Ze vraagt zich af wat dat kan zijn geweest. Carola heeft in dit nestkastje vermoedelijk hommels of wespen gehad en de hommelnestmot heeft zich daarbij gevoegd. Als je goed kijkt, zie je cocons van die hommelnestmot in het spinsel.

De hommelnestmot (foto: Saxifraga./Ab H. Baas).
De hommelnestmot (foto: Saxifraga./Ab H. Baas).

Hommelnestmotten, zie de foto hierboven, zijn nachtvlinders die eitjes leggen in de nesten van wespen (in mindere mate), bijen en hommels. De daaruitkomende larven ofwel rupsen zijn dol op de was in de nesten van deze insecten. Omdat vaak grote aantallen in een nest zitten, kunnen ze zonder moeite alle was opeten. Deze eigenschap en het feit dat ze geulen in het hout van de nestkasten en bijenkasten graven, maakt hen niet geliefd bij imkers. Daarnaast is het materiaal lastig weg te halen, omdat het van was gemaakt is.

Gevonden achter een waterton (foto: Martijn van Baare).
Gevonden achter een waterton (foto: Martijn van Baare).

Drol gevonden
Martijn van Baare vond achter de waterton een drol. Hij vraagt zich af of dit een drol is van een steenmarter. De obsidentify-app had dit namelijk voor zestig procent aangegeven. Naar mijn idee klopt dit helemaal.

Drollen van steenmarters zijn enigszins worstachtig en aan het einde bevindt zich vaak een gedraaide punt. Die is bij de drol van Frank enigszins teruggevouwen. Die draaiingen ontstaan bij roofdieren, omdat zij vaak harige prooien eten. Die haren gaan dan op het laatst mee uit de darm. Verder zie je dat de drol een kruimelachtige, brijachtige structuur heeft. Dit komt omdat ze naast vogeltjes, muizen, insecten en bessen tot alles wat ze tegenkomen in vuilnisbakken opeten.

Een kraamwebspin (foto: Jessica van Ginneken).
Een kraamwebspin (foto: Jessica van Ginneken).

Welke spin bouwde een web in mijn zonnehoed?
Jessica van Ginneken trof in haar zonnehoed (plant) een spinnenweb met daaronder een spin. Later zag ze een klein web met allemaal kleine spinnetjes. Ze vraagt zich af welke spin bij haar bezig is geweest. Zo te zien op de foto heeft Jessica een kraamwebspin gezien. Deze spin wordt ook weleens grote wolfspin genoemd. Toch gebruik ik liever de naam kraamwebspin. Vrouwtjes van de kraamwebspin maken - nadat ze gepaard hebben - met spinrag grote bolletjes (cocons) waarin dan de eitjes zitten. Als de bolletjes af zijn, houden de vrouwtjes met behulp van hun kaken en palpen die bolletjes onder zich vast en gaan daarmee aan de wandel. Op het moment dat de eitjes dreigen uit te komen, maken de vrouwtjes de bolletjes vast aan de aanwezige vegetatie. Bij Jessica was dat aan het lampenpoetsergras. Maar dat niet alleen. Ze spinnen ook een soort tentvormig web om die bolletjes. Dat wordt het kraamweb genoemd, vandaar de naam.

Een jeneverbeskielwants (foto: Inge Lavrijsen).
Een jeneverbeskielwants (foto: Inge Lavrijsen).

Welk mooi kevertje is dit?
Inge Lavrijsen dacht een prachtig kevertje gezien te hebben met heel mooie kleuren en een bijzonder patroon, maar dit prachtige insect is geen kevertje. Inge heeft een prachtige wants gezien, met inderdaad heel mooie dekschilden. We hebben hier te doen met een jeneverbeskielwants. Deze wantsensoort ziet er heel groen uit, maar op beide groene dekschilden zit een heel mooie op een boemerang lijkende bruine vlek.

Jeneverbes (foto: Saxifraga/Willem van Kruijsbergen).
Jeneverbes (foto: Saxifraga/Willem van Kruijsbergen).

Deze wants kun je gewoon tegenkomen in Brabant, want deze jeneverbeskielwants leeft vooral op zandgronden en voorheen vooral bij jeneverbesstruiken, zie de bijgevoegde bovenstaande foto.

Sterrenschot met delen van kikkers (foto: Arjen de Kok).
Sterrenschot met delen van kikkers (foto: Arjen de Kok).

Uitgebraakte kikkers, kan dat?
Arjen de Kok zag iets bijzonders liggen op landgoed Tongeren nabij Epe. Hij zag uitgebraakte kikkers en een vreemde dril. Wat Arjen gezien heeft, is het resultaat van het uitbraken van sterrenschot en met dit sterrenschot ook nog wat resten van vermoedelijk vrouwelijke bruine kikkers. Hoe komt dat?

Sterrenschot (foto: Arjen de Kok).
Sterrenschot (foto: Arjen de Kok).

Op de foto zie je wit gelei achtig spul, dat is dat sterrenschot. Persoonlijk gebruik ik dit woord liever dan heksensnot. Heksensnot is een woord dat de laatste jaren wordt gebruikt, waar voorheen sterrenschot werd gezegd. Dit woord stamt al uit de zeventiende eeuw. Mensen dachten toen echt dat dit de reststoffen waren van sterren. In werkelijkheid is sterrenschot braaksel van diverse diersoorten, onder meer reigers, ooievaars en bunzingen. Die dieren hebben dan vrouwelijke kikkers of padden gegeten. Wat ze vervolgens uitbraken, is het zweleiwit dat in die vrouwelijke amfibieën zit. Het dier of de vogel die deze kikker of pad heeft gegeten, heeft dan vocht in de maag zitten en dat wordt opgenomen door dit zweleiwit. Dat zweleiwit zet dan meteen flink uit en veroorzaakt braakneigingen. Soms zitten in dit sterrenschot nog een zwart puntje. Dat zijn dan de eitjes van de nieuwe kikkers, maar helaas die zullen geen kikker meer worden!

Wachten op privacy instellingen...

Hommelnestmot – Het Wildepad
De hommelnestmot of koloniemot (voorheen vaak hommelmot genoemd) is een nachtvlinder. De vlinder heeft een spanwijdte van 18 tot 44 millimeter. Bij de imago is sprake van seksuele dimorfie. De mannetjes hebben een roomwitte vleugelbasis van de voorvleugel, terwijl de voorvleugel van de vrouwtjes een geheel bruingroene basiskleur heeft. De larven van de hommelnestmot leven in nesten van hommels en in mindere mate bijen en wespen en doen zich daar te goed aan de was. Omdat vaak grote aantallen in een nest zitten, kunnen ze zonder moeite alle was opeten. Deze eigenschap en het feit dat ze geulen in het hout van de nestkasten graven, maakt ze niet geliefd bij imkers.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!