Deze kat werd 600 jaar geleden levend ingemetseld, nu kun jij hem zien
Een levende kat in de muur metselen als 'bouwoffer' om boze geesten en de duivel te verjagen met gemiauw. In de 15e eeuw was dat blijkbaar heel normaal. Toen de Grote Kerk in Breda in 1410 gebouwd werd, is het katje waarschijnlijk in de muur gestopt. En dat heeft er tot 1906 rustig tussen de stenen kunnen 'rusten'.
Gevonden
Toen de kerk begin 20e eeuw gerestaureerd werd, vonden medewerkers het beestje voor het eerst. In 1916 kwam de kat zelfs op een kattententoonstelling in Den Haag terecht. Daarna is hij jaren goed bewaard gebleven, op een zolder. Tot-ie daar in 2020 weer opdook.
Onderzoek
Inmiddels heeft de vierpotige mummie al veel onderzoeken achter de rug. Er is een CT-scan en een koolstofdatering gedaan, om erachter te komen hoe het beestje is overleden en hoe oud-ie is. "De mummiekat blijkt volledig intact te zijn, heeft geen botbreuken en is jong gestorven", vertelt een woordvoerder van de kerk. "De nagels en tanden van de kat tonen geen sporen van slijtage, wat kan betekenen dat het dier zich niet naar buiten heeft proberen te krabben of bijten."
Naam gezocht
Maar toch zijn er nog veel vragen. Via de scans is het geslacht van het diertje bijvoorbeeld niet te zien, net als de kleur die zijn vacht moet hebben gehad. Én de mummiekat heeft nog geen naam. Die zal door de bovenbouwleerlingen van lokale basisscholen worden gekozen. Als in juni de kat in de kerk wordt onthuld, mogen zij gelijk ook de naam bekendmaken.