Waarom de schilderbroertjes Van Eyck misschien wel uit Brabant komen
Jan en Hubert van Eyck zijn twee kunstenaars uit de vijftiende eeuw. Ze maakten bijvoorbeeld samen het Lam Gods, een meesterwerk uit 1432, met olieverf, hout en tempera. Een wereldberoemd werk, dat in het Belgische Gent hangt en gemaakt is van gedetailleerde, prachtig gekleurde paletten.
Het is het pronkstuk van de gebroeders Van Eyck, waarvan tot nu toe altijd gedacht werd dat ze in Maaseik geboren werden. De broers staan in het rijtje grootmeesters met Rembrandt en Van Gogh. Alleen denkt historicus Van Dijck dat hun kunstenaarsnaam, Van Eyck, slaat op Bergeijk. Niet op Maaseik.
Hij kwam op het idee om de broers te onderzoeken nadat hij vijf jaar geleden naar een tentoonstelling was geweest. De historicus heeft een fascinatie voor stambomen en schreef al eerder een boek over de genealogie van Jeroen Bosch. Die werd namelijk niet met die achternaam geboren, maar 'koos' zijn kunstenaarsnaam om mensen duidelijk te maken dat hij uit Den Bosch kwam. Daar zag Van Dijck misschien wel een parallel in.
Na wat onderzoek in de archieven, bleek dat geen gekke gedachte te zijn. De historicus stuitte op een Jan en Hubert van Eyck, twee broers, die in de Bossche archieven van Bergeijk te vinden waren. "Alleen hadden ze ook nog een echte familienaam: Bac. Afstammend van een rijke, Tilburgse familie", zegt Van Dijck.
Via die weg ontfutselde Van Dijck hun levensloop. Dat ze in een kasteel in Bergeijk geboren zouden zijn, dat verloren ging tijdens de tachtigjarige oorlog. Dat ze misschien wel tweelingbroers waren. Hoeveel kinderen ze kregen, met wie ze trouwden. En dat ze overleden in Gent en Brugge.
"Ik heb niks kunnen vinden dat tegen die theorie ingaat."
De tijdlijn hangt aan elkaar met aktes, oorkonden en documenten. Zover het mogelijk was, heeft Van Dijck hard proberen te maken dat het om dezelfde personen gaat als de beroemde kunstenaars. "Nou, ik heb niks kunnen vinden dat tegen die theorie ingaat", vertelt hij.
Niks gaat tegen de theorie in, maar óók helemaal bevestigen blijft lastig. Om het kracht bij te zetten, heeft de historicus in zijn boek jarenlang onderzoek gebundeld. Niet Maaseiks, maar Bergeijks. Dat zou toch een verlies voor de Vlamingen zijn.
"Er zijn heel wat mensen boos op me."
"Er zijn heel wat mensen boos op me", gniffelt de historicus. Hij heeft zijn boek in zijn handen. 'Lucas didit', staat verstopt in de kaft. 'Lucas heeft het gezegd', in het Latijn. "Maar ook de professoren van de universiteit in Gent, die weliswaar heel boos op me zijn, hebben niets kunnen vinden om te bewijzen dat ik ongelijk heb."
In Maaseik zijn ze niet boos. Sterker nog, de burgemeester was zelfs bij de boekpresentatie. "Ik had half-grappend geschreven dat ik verwachtte dat de standbeelden uit België nu wel naar Bergeijk zouden verhuizen", vertelt de historicus. Maar dat sloeg de burgervader af. "Al hebt u duizend keer gelijk, in nog geen duizend jaar zullen die beelden naar Bergeijk gaan", zo zei de burgemeester.
"En terecht", reageert van Dijck. "Laat die daar maar staan."