Dagboek helpt internationaal tophandbalster Loïs door moeilijke momenten
Al op haar vijftiende verliet Loïs haar ouderlijk huis in Made voor de HandbalAcademie op Sportcentrum Papendal. Ze combineerde dat met handballen bij VOC in Amsterdam. Iets meer dan twee jaar geleden debuteerde ze bij het Nederlands team en eind 2023 mocht ze tot haar grote verrassing mee naar het WK. Tijdens de Olympische Spelen in Parijs was Loïs reserve, maar ze zit nu weer bij de selectie. In Frankrijk staat deze week een trainingsweek op het programma ter voorbereiding op het WK en de EK-kwalificatiewedstrijden later dit jaar.
"Grote eer dat de bondscoach aan mij denkt."
“Ik vind het te vroeg om te zeggen dat ik een vaste waarde ben. Het is wel een grote eer dat de bondscoach aan mij denkt. Van het spelen voor Oranje krijg ik extra energie. Maar ik besef dat ik er nog lang niet ben. Ik speel bij het Nederlands team met handbalsters die voor topclubs in grote competities uitkomen.”
Om extra stappen te zetten, vond Loïs het noodzakelijk om afgelopen zomer Nederland te verlaten. Sinds dit seizoen handbalt ze in de Duitse Bundesliga. “Ik stelde mezelf de vraag wat ik wil bereiken. Het is makkelijk om te zeggen dat ik belangrijk wil zijn voor Oranje en in de Champions League wil handballen, maar dat komt niet vanzelf natuurlijk. Daarom koos ik voor een betere competitie.”
Zeker tot de jaarwisseling was het erg wennen voor Loïs. “Je komt binnen bij een nieuwe club in een nieuwe competitie, dat kost energie. Gelukkig hebben ze binnen de club gezegd dat ik de lat niet direct te hoog moet leggen. Er is vertrouwen in me, ik heb voor drie jaar getekend. Ik heb inmiddels mijn plekje wel gevonden.”
Vrijwel iedere dag traint Loïs twee keer. Behalve de trainingsuren in de ochtend en avond heeft ze ook nog een parttime online baan. “Dan kan ik me focussen op werk en denk ik niet alleen aan handbal."
"Ik bel met het thuisfront om mijn hart te luchten."
Mentaal zijn er wel momenten dat Loïs het even moeilijk heeft. De afstand van zo’n 600 kilometer zorgt ervoor dat ze niet ieder vrij weekend terug naar Brabant kan rijden. “Dan bel ik met het thuisfront om mijn hart te luchten. Ze hoeven niet eens iets terug te zeggen, maar dan is het voor mij eruit en kan ik door. Ook huil ik weleens, je kunt een slechte dag hebben. Het beste van die dag neem ik mee naar de volgende dag, ik blijf er niet in hangen.”
Wat haar helpt is het bijhouden van een boekje. “Ik schrijf dingen op hoe ik me voel. Ook evalueer ik de week. Het is fijn om er af en toe in te kijken. Ik zie dan de mooie dingen zoals mijn debuut en deelname aan het WK, maar ook de mindere momenten. Ik ben er iedere keer weer bovenop gekomen.”