Provincie moet nieuw besluit nemen over vergunningen voor veehouderijen
Alle betrokken partijen moeten de komende tijd weer met elkaar om tafel gaan zitten, zo is woensdag bepaald. De rechter sluit niet uit dat een gedeeltelijke intrekking van de natuurvergunningen uiteindelijk een van de passende maatregelen wordt om aan de wensen van de milieuverenigingen te voldoen. Hierdoor zou de natuur beter beschermd kunnen worden.
Meer gerechtelijke procedures
De zaak is aangespannen door Mobilisation for the Environment (MOB) en Stichting Leefmilieu. Deze actiegroepen hebben over het hele land gerechtelijke procedures lopen om te voorkomen dat de natuur verder achteruit gaat. In Brabant gaat het om verschillende zogeheten Natura 2000-gebieden: de Kampina en Oisterwijkse Vennen, de Deurnsche Peel en Mariapeel, de Groote Peel en Kempenland-West.
De eisers hadden eerder al bezwaar aangetekend tegen de vergunningen voor intensieve veehouderijen in de buurt van deze natuurgebieden, die door de provincie waren verstrekt. Ze stellen dat onherstelbare schade wordt aangericht door de veehouderijen. De provincie wees de verzoeken af, omdat het in haar ogen te ver gaat om de vergunningen in te trekken of de reikwijdte hiervan te beperken. Zij wijst verder op de landelijke én eigen maatregelen die zijn of worden genomen om de stikstofdepositie (het neerslaan van stikstof op de bodem, uitgedrukt in mol per hectare per jaar. red.) op gevoelige natuur te verminderen.
Dilemma voor rechtbank
De milieuverenigingen stapten hierop naar de rechter. Die heeft bijna alle betrokken bedrijven bezocht en gesproken met de veehouders in het bijzijn van de milieuverenigingen en de provincie. Een definitief oordeel laat nog op zich wachten. Een keuze voor het natuurbelang gaat ten koste van het belang van de veehouderijen en andersom geldt hetzelfde, zo schetst de rechtbank het dilemma.
Daarom is de provincie opgedragen om duidelijk te maken of bestaande maatregelen om de natuur te beschermen wel zo effectief zijn. Hierbij wordt onder meer gedoeld op de beëindigingsregelingen voor veehouderijen. Tot nu toe lijken die te weinig (positieve) gevolgen te hebben voor de natuur, die volgens de rechtbank al achteruit gaat of hiermee bedreigd wordt.
De provincie is nu aan zet: die moet passende maatregelen treffen voor de bedrijven. Alleen dit kan volgens de rechtbank leiden tot een relevante verbetering van de kwetsbare natuurgebieden. Voordat de provincie een nieuw besluit gaat nemen op het verzoek van de milieuverenigingen, moet ze weer met alle partijen gaan praten, zo heeft de rechtbank ook geoordeeld. Over een half jaar moet het ei zijn gelegd.
'Duidelijke opdracht'
De provincie laat weten dat er ‘een duidelijke opdracht’ ligt en dat ze wil gaan overleggen met boeren en betrokken milieuorganisaties. Een woordvoerder merkt wel op dat ‘het vinden van een evenwicht tussen natuurbelangen en ondernemersbelangen niet eenvoudig is.’ Ook maakt deze voorlopige uitspraak duidelijk ‘hoe dringend het is dat het Rijk met duidelijk en uitvoerbaar stikstofbeleid komt.’ Anders blijven ondernemers, overheden én de natuur in een onhoudbare situatie zitten, stelt de provincie.