Hebben kinderen van bekende sporters zoals Van Nistelrooij meer kansen?
Mathieu van der Poel heeft zijn fietstalent niet van een vreemde. Zijn vader Adrie van der Poel blonk uit op de weg. Kees Akerboom en zijn zoon Kees junior maakten furore in Den Bosch en basketbalden in Oranje. Joris Mathijsen en zijn zoon Jens wisten wel raad met de bal en ook Pierre van Hooijdonk en zijn zoon Sydney stonden beiden in het tenue van verschillende profclubs. Doorgeeftalent beperkt zich overigens niet tot de sport: ook Jumbobaas Frits van Eerd en politica Lilian Marijnissen (SP) namen de spotlight van hun ouders over.
Kunstenaar in een voetbalgezin
Het is logisch dat veel kinderen hun ouders achternagaan, stelt hoogleraar sportpsychologie Nico van Yperen. "Ouders geven, wat ze ook doen, aan hun kinderen door. Vogelaars nemen kinderen vaak mee naar het bos en sporters vaak naar het veld", vertelt Van Yperen. "Dan ontstaat vaak vanzelf meer belangstelling, steken kinderen daar ook tijd in en worden ze beter."
Simpelweg stellen dat talent in het DNA moet zitten, is dus te kort door de bocht. "De kans is ongeveer vijftig procent dat bepaalde genen worden doorgegeven, dat is ook zo met sportieve of bestuurskundige aanleg.”
Dat blijkt ook uit de praktijk. Jan Mulder, oud-voetballer en commentator, heeft twee zonen: Joeri, die in zijn voetsporen trad, en Geret die koos voor het kunstenaarsbestaan. “Sommige kinderen zetten zich juist af tegen wat hun ouders doen, ze willen hun eigen identiteit ontwikkelen. In een voetbalgezin kun je net zo goed kunstenaar worden.”
Voetbalfeestjes
Kinderen van topsporters hebben wel degelijk vaak een streepje voor. Zo krijgen ze een bepaalde mindset mee van hun ouders. Van Yperen: "Je mindset, doorzettingsvermogen en mentale kracht zijn deels erfelijk, deels aangeleerd. Zo zien kinderen van topsporters al op jonge leeftijd hoe discipline werkt en groeien ze op in een omgeving waar sport vanzelfsprekend is." Als je gelooft dat je jezelf kunt verbeteren door hard te werken, dan heb je meer grip op je eigen succes. Ouders die zelf topsporter zijn, geven die manier van denken vaak onbewust mee aan hun kinderen, volgens de hoogleraar.
Bovendien komt een kind van bijvoorbeeld een profvoetballer eerder in contact met de juiste mensen. “Papa is vaak bevriend met andere profs, trainers of scouts en een kind bouwt daar al vroeg een band mee op", vertelt Van Yperen. "Of ze trappen op een tuinfeestje een balletje met het kind en geven wat nuttige tips. Daar begint het." Uiteindelijk kan de ouder door zijn netwerk het kind weer makkelijker in contact brengen met goede trainers of betaald voetbalorganisaties.
Extra spanningen
Dan nog is succes geen garantie. “Ook deze kinderen kunnen elk jaar opnieuw afvallen bij selectieteams", benadrukt Van Yperen. "Je familie brengt je misschien sneller op de juiste plek, maar uiteindelijk moet elke sporter de top zelf bereiken." Een bekende achternaam kan de deur dus op een kier zetten, maar het is nog steeds het kind dat moet presteren.
Die achternaam kan ook voor extra druk en stress zorgen, wat de weg naar de top juist bemoeilijkt. "De naam 'Van Nistelrooij' op de rug geeft ook mentale spanning", zegt Van Yperen. "Soms zeggen mensen: 'lekker makkelijk, papa heeft hem vast in die positie gebracht'. En dat klopt ook. Hij heeft waarschijnlijk ook een voordeel gehad", zegt de hoogleraar stellig. "Maar hij moet het alsnog zelf waarmaken. Dat hij nu een contract heeft bij PSV, is dus ook omdat hij een goede voetballer is. Je moet jezelf blijven bewijzen.”