Oorlogsdagboek van Joodse Helga Deen toegevoegd aan erfgoedlijst van UNESCO
Het dagboek van Deen en een aantal persoonlijke spullen en brieven behoren tot de collectie van het Regionaal Archief Tilburg.
Helga Deen en haar familie verbleven tussen 1 juni en 1 juli 1943 in Kamp Vught. Daarna werden ze op transport gezet naar Westerbork en vervolgens naar vernietigingskamp Sobibór in Polen, waar ze op 16 juli 1943 werden vergast.
Voor haar deportatie sprak Deen met haar geliefde, Kees van den Berg, af dat ze een dagboek zou gaan bijhouden. In een scheikundeschrift schreef ze over de maand dat ze in het kamp verbleef.
Na haar dood werd het dagboek uit Kamp Vught gesmokkeld en bezorgd bij haar geliefde Kees. Hij bewaarde het dagboek tot aan zijn dood in een schooltas.
Zijn zoon gaf het dagboek in 2004 in bruikleen aan het Regionaal Archief Tilburg. Drie jaar later, in 2007, werd het dagboek samen met wat brieven van Deen gebundeld in een boek.
'Getuigenis van wanhoop en liefde'
'Het dagboek van Helga Deen is een authentieke en zeldzame getuigenis van wanhoop én liefde, geschreven door een jonge Joodse vrouw in een concentratiekamp tijdens de Tweede Wereldoorlog', schrijft het Regionaal Archief Tilburg in een persbericht.
Het originele dagboek is op 24 april eenmalig te zien in de hal van het Regionaal Archief Tilburg. Scans zijn te zien op de website van het archief.
Zeventien stukken op erfgoedlijst
Naast het dagboek van Deen zijn ook de historische archieven van de Vrije Universiteit in Amsterdam en de fotocollectie De Ondergedoken Camera toegevoegd aan het Memory of the World Register van UNESCO. In totaal staan er nu zeventien stukken op de lijst van uitzonderlijk Nederlands documentair erfgoed.