Ook gif gevonden bij drie andere dassenburchten: 'Dit is gerichte aanslag'
De eerste (vermoedelijke) gifvondst werd vrijdagmiddag rond drie uur gedaan, bij een grote dassenburcht in het natuurgebied langs de Maas bij Vierlingsbeek. Dit bouwwerk bestaat al een jaar of dertig en telt honderden meters aan ondergrondse gangenstelsels. Er wonen mogelijk tien dassen, die zich normaal gesproken alleen ’s avonds en ’s nachts laten zien.
Andere onderkomens van dassen in de omgeving zijn ook onderzocht. De boswachter weet zaterdagavond te melden dat bij nog drie andere onderkomens de witte substantie is gevonden. Het gaat om een burcht bij een aardappelboer, een boomkweker en op een stuk grond van een particulier.
Boswachter Brandt sluit niet uit dat het gif op nog meer plaatsen ligt. Zolang het licht is, wordt de omgeving nog onderzocht.
Vermoedelijke toevoeging van visolie
Bij alle veertig de ingangen van de burcht langs de Maas is het witte spul gevonden. Tot armdiep in de gangen is het goedje achtergelaten. Het poeder ruikt naar vis. Vermoedelijk is er visolie aan toegevoegd om de dassen te lokken. Boswachter Alwin Brandt noemt de ontdekking 'ongekend'. "Dit is een gerichte aanslag. Het is nu broedseizoen, dus de dassen hebben allemaal jongen." Het lijkt volgens de boswachter op 'onverminderde dassenhaat.'
Pas na het paasweekend wordt duidelijk om wat voor substantie het echt gaat. Het is ook nog onbekend of dassen ziek zijn geworden of mogelijk zelfs zijn overleden doordat ze de substantie binnen hebben gekregen. Wellicht dat beelden van de drie camera's die Staatsbosbeheer speciaal heeft opgehangen, uitsluitsel kunnen bieden.
De schoonwerkzaamheden zijn zaterdagavond nog bezig. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een speciale stofzuiger die ook wordt ingezet nadat in de natuur drugsafval is gevonden. Het opruimen gebeurt uiterst voorzichtig, omdat de kans bestaat dat het gangenstelsel van de dassenburchten anders instort.
De das is een beschermde diersoort. Op vergiftiging van dergelijke dieren staat een celstraf van vier jaar.
Staatsbosbeheer kwam direct in actie na de vondst: