Krakers Breda mogen voorlopig blijven
De problemen begonnen toen Gerhard de opdrachten kwijtraakte die hem als freelancer in zijn inkomen voorzagen. Hij kon werk vinden in Breda en dus huurde het gezin een huis. Het huis in Appingedam kende te hoge maandlasten en het huis werd niet verkocht. Ze besloten om het te verhuren. De eerste keer was geen succes en bij de tweede keer bleek het huis als wietkwekerij in gebruik te zijn met als gevolg een flinke schade aan het huis en al maanden geen huur ontvangen.
Het huis in Appingedam werd korte tijd later opnieuw verwoest, dit keer door boze buurtbewoners, die Gerhard voor een drugshandelaar aanzagen. De politie raadde het stel aan terug te verhuizen naar hun huis in Appingedam, zodat het bewoond en dus beveiligd was. Omdat Gerhard nu elke dag 280 kilometer heen en weer moest reizen, kwam zijn baan in Breda in de knel en raakte hij deze uiteindelijk kwijt.
Op advies zette Schoemaker het huis in Appingedam te koop. In plaats van de 275.000 euro die Gerhard er voor wilde hebben, kreeg hij 195.000 euro. De verkoopmakelaar belde de DSB om te vragen wat het huis zou opleveren bij een veiling. De bank vertelde hem dat het maximaal 195.000 euro zou opbrengen. De makelaar heeft er daarna niet meer moeite gedaan om het huis voor meer te verkopen. Gevolg was geen inkomsten, maar wel te hoge maandlasten. Dit betekende dat Gerhard, Barbara, haar zoon van negen en twee honden niets anders konden dan in hun auto te slapen. Maar ook die ging kapot.
De pechvogels kwamen in contact met de kraakbeweging in Breda. Die kraakte zondag een huis in Breda. Net nadat vrijdag de Tweede Kamer het kraken heeft verboden. Voorlopig hebben Gerhard en Barbara weer een dak boven het hoofd. Maar voor hoe lang is een groot vraagteken. Ondertussen blijft de schuld bij de DSB-bank door de hoge koopsompolis gewoon oplopen.