VIDEO

Sami en Doris leren om te gaan met stotteren: ‘Sta er niet alleen voor’

Vandaag om 12:30 • Aangepast vandaag om 22:03
nl
De klok slaat twee uur als er plots een ijscokraam binnenrijdt bij Kindcentrum de Grote Beemd in de Reeshof in Tilburg. Enigszins onverwachts vormt zich binnen de kortste keren een nette rij van dolenthousiaste kinderen. Als de 9-jarige Sami bij de kar staat, zegt hij: “Ik stotter, dus het kan wat langer duren”, voordat hij zijn favoriete smaken bestelt. Het is een van de manieren waarop zo’n twintig kinderen tijdens het stotterkamp leren omgaan met hun stotter.
Profielfoto van Pieter Soethout
Geschreven door
Pieter Soethout

Toch zijn er dit jaar niet alleen kinderen, want ook de ouders worden dit jaar meer betrokken bij het proces. “Wij dragen hier vier dagen de zorg voor de kinderen, maar daarna ligt die verantwoordelijkheid voor 361 dagen per jaar bij de ouders”, vertelt logopediste Robin Paijmans. “We willen ze daarbij helpen.”

“Ik weet hoe het is, maar weet niet altijd hoe ik hem kan helpen.”

Een van die ouders is de Theo van Rooij. Hij vervult eigenlijk een soort dubbelrol, want naast dat hij vader is van een zoontje dat stottert, doet hij dat zelf ook. Hij is ook een van de stotterende volwassenen die met de kinderen in gesprek gaat. Het maakt het bijzonder voor de 41-jarige Tilburger. “Ik weet hoe het is, maar ik weet niet altijd hoe ik hem kan helpen”, vertelt hij. “Iedere stotter is namelijk anders.”

Theo denkt dat zo’n kamp de kinderen heel goed helpt. “Ze leren hier dat het niet uitmaakt. Ze hoeven niet geforceerd oefeningen te doen. Als je stottert, stotter je. Dat is eigenlijk het belangrijkste.”

Wat de kinderen ook meekrijgen, is dat het goed is om aan te geven dat ze stotteren. “Ik heb dat pas ontdekt toen ik aan het werk ging, maar het heeft mij daarna altijd heel goed geholpen. Het neemt de druk weg en mensen kunnen rekening met je houden.” Vroeger had Theo ook wel zo’n kamp gewild. “Het heeft voor mij echt wel even geduurd voordat ik het stotteren accepteerde. Praten is voor iemand die stottert niet vanzelfsprekend, maar het begint bij acceptatie. “

“Soms laten andere kinderen mij niet uitpraten of maken ze stomme grapjes.”

De negenjarige Doris is een van de basisschoolleerlingen uit groep drie tot en met acht die meedoet aan het Stotterkamp. “Nu zie je ook andere kinderen die hetzelfde meemaken”, vertelt ze. “Ik heb geleerd dat je voor jezelf op kunt komen als je wordt gepest. Al gebeurt dat op mijn school niet zo veel.”

Bij wie dat wel vaker voorkomt, is Sami. “Ik vind stotteren soms grappig en soms niet heel fijn”, geeft hij aan. “Af en toe laten andere kinderen mij niet uitpraten of maken ze stomme grapjes. Dat vind ik niet zo leuk.” Met voor zichzelf opkomen heeft de negenjarige dan niet zo heel veel moeite. “Als ze dat doen, ga ik in de vechtpositie en kies ik de aanval, ook al is dat eigenlijk niet goed.”

“Het is iets waar je niets aan kunt doen.”

Doris vindt het vervelend om te zien dat andere kinderen te maken krijgen met pesterijen. “Ik vind het gewoon niet kunnen”, zegt ze op stellige toon. “Het is iets waar je niets aan kunt doen en dan word je erop gewezen dat je iets verkeerd doet.”

In totaal gaan de twintig kinderen vier dagen op kamp. Uiteindelijk wordt de week afgesloten met een talentenshow. Kinderen die willen, mogen iets opvoeren. Sami weet al heel goed wat hij gaat doen. “Hakken”, zegt hij met een enorme grijns op zijn gezicht, terwijl hij het kunstje als eens voorzichtig voordoet.

Wachten op privacy instellingen...

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Deel dit artikel
Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!