'Afhalen van friet verdient plaats op Werelderfgoedlijst'
Frans is oprichter van het Nederlands Frituurcentrum. Hij heeft van friet en de cultuur er omheen zijn levensmissie gemaakt. "Friet en gefrituurde snacks hebben onterecht te maken met een negatief imago. Maar iedereen vindt het een feestje om friet te eten. Je moet het alleen niet iedere dag doen."
Kermis Bergen op Zoom had de primeur
Frans maakte bijna een studie van friet. Hij is een wandelende encyclopedie van weetjes over de gebakken aardappelstukjes. "We weten dat friet begin vorige eeuw vanuit Frankrijk en België in Nederland kwam. De eerste friet werd in 1905 gebakken op de kermis in Bergen op Zoom. Daarna verspreidde het zich heel snel over Nederland."
Net na de Tweede Wereldoorlog kwamen de eerste snackbars. "Dat had te maken met de schaarste. Restaurants waren er alleen voor de rijken, maar wie niet zoveel geld had, kon toch uit gaan eten in de frietzaak," weet Frans.
Afhalen gebeurt al zeker zeventig jaar
Aantoonbaar is volgens hem dat Nederlanders al zeker zeventig jaar lang friet afhalen en thuis op de bank opeten. En dat gebeurt nergens anders in de wereld. "In Duitsland hebben ze de Inbis, in Engeland de fish-n-chipsshops en wij hebben de snackbar, de cafetaria en de frituur."
Ard van Rijssel heeft een snackbar in Best en ondersteunt de poging om friet afhalen op de werelderfgoedlijst te krijgen van harte. "Je komt het echt nergens anders tegen. Ik zie ze hier gewoon komen van vroeger uit met de kindjes en als die groot zijn geworden, komen ze met hun kindjes hier friet halen. Dit is iets dat moet blijven."
Worstenbroodje
De aanvraag voor een plaats op de werelderfgoedlijst ligt in Veldhoven klaar voor verzending. Maar of het verzoek het ook werkelijk gaat halen, is een kwestie van lange adem. De cultuur van het Brabantse worstenbroodje had er vier jaar voor nodig, voordat het in 2016 die erkenning kreeg.