Wilde bramen plukken, maar pas op voor wriemelende wormpjes
Wildplukken voelt een beetje als schatgraven. Je struint rond door de natuur en komt met handen vol lekkers terug. Maar je kunt ze beter niet meteen door de yoghurt gooien, want de vruchten zitten soms vol met kleine wormpjes, die met het blote oog nauwelijks te zien zijn. En daar proef je niets van, maar smakelijk is anders.
Goed wassen onder stromend water is niet genoeg om van de beestjes af te komen. Bovendien zijn bramen vrij kwetsbaar en bestaat de kans dat ze zo beschadigen.
Bak met zout water
Vul daarom een bak met zout water en laat de bramen daar een tijdje in staan. De beestjes en andere viezigheid zullen na een tijdje boven komen drijven.
Daarna spoel je het zoute water van de vruchten af. Gebruik hiervoor een vergiet. Dep ze droog met een stuk keukenpapier en laat ze drogen. En dan kun je je mond paars smullen.
Plassende honden
Nog een laatste tip: het is het slim om de bramen die vrij laag hangen niet te plukken, want overal lopen honden - en in de bossen ook vossen - die tegen de struikjes aan plassen.
Het bramenseizoen loopt van eind juli tot september of oktober. Staatsbosbeheer staat toe dat mensen op kleine schaal bramen plukken, alleen voor eigen gebruik.